Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Acuut Leverfalen is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module 1. Herkenning en diagnostiek

Geen systematische search uitgevoerd.

 

Module 2. Ondersteuning en monitoring

Geen systematische search uitgevoerd.

 

Module 3a. Behandeling van specifieke oorzaken

Geen systematische search uitgevoerd.

 

Module 3b. Antibiotica en antifungale middelen

  • Het is onduidelijk wat het effect is van profylactisch gebruik van systemische antibiotica bij acuut leverfalen op het ontstaan van hersenoedeem en overlijden.
  • Het is onduidelijk wat het effect is van selectieve darmdecontaminatie bij acuut leverfalen op overlijden (alle oorzaken) en overlijden door infecties.
  • Het is onduidelijk welk type antibiotica en antifungaal middel gegeven moet worden bij acuut leverfalen.

 

Module 3c. N-acetylcysteïne bij niet-paracetamol acuut leverfalen

Er zijn geen kennislacunes bij deze module.

 

Module 3d. CRRT, MARS en plasmaferese

  • Het is onduidelijk wat het effect is van nierfunctie vervangende therapie op overleving en hepatische encefalopathie.

 

Module 3e. Stollingsstoornissen

  • Het is onduidelijk wat het effect is van controle van stollingsstoornissen op basis van TEG/ROTEM bij acuut leverfalen.
  • Het is onduidelijk wat het effect is van behandeling met Novoseven voor correctie van afwijkende stollingstesten bij acuut leverfalen.

 

Module 3f. Hypothermie

  • Het is onduidelijk wat het effect is van hypothermie (lager dan 34 graden Celsius) bij acuut leverfalen.

 

Module 3g. Monitoring van intracraniële druk

  • Het is onduidelijk of intracraniële drukmeting een positief effect heeft op overleving en transplantatievrije overleving bij patiënten met acuut leverfalen (al dan niet onder stollingscorrectie).
  • Het is onduidelijk of non-invasieve methoden om intracraniële druk te meten een positief effect heeft op overleving en transplantatievrije overleving bij patiënten met acuut leverfalen.

 

Module 4. Bepalen van kans op overlijden en noodzaak tot levertransplantatie

Geen systematische search uitgevoerd.

 

Module 5. Organisatie van zorg - overleg en verwijzing

Geen systematische search uitgevoerd.