Overzichtstabel gevonden effecten SSRI

Overzichtstabel gevonden effecten

Tabel B1 op de volgende bladzijde geeft een (zeer globaal) overzicht van gevonden relatie tussen SSRI’s als groep/afzonderlijk en de door de werkgroep vooraf gedefinieerde relevante uitkomstmaten, die in deze richtlijn in de verschillende hoofdstukken aan bod komen. Tevens wordt hierbij de kwaliteit van het gevonden bewijs vermeld. Lezers wordt dringend geadviseerd deze tabel slechts ter informatie te gebruiken voor een overzicht van de beschikbare evidence en niet als leidraad voor het opstellen van een behandelplan. Hiervoor wordt verwezen naar de onderliggende samenvatting van de evidence bij de betreffende hoofdstukken en de aanbevelingen van hoofdstuk 8.

 

Uitleg gebruikte symbolen:

Effect:

↓          SSRI’s zijn significant minder vaak geassocieerd met de betreffende uitkomstmaat dan bij vrouwen zonder SSRI-gebruik

=         Er is geen significant verschil aangetoond in de betreffende uitkomstmaat tussen vrouwen die wel en geen SSRI’s gebruiken

↑          SSRI’s zijn significant vaker geassocieerd met de betreffende uitkomstmaat dan bij vrouwen zonder SSRI- gebruik

n.a.       Niet aanwezig. Er is geen literatuur gevonden die dit verband onderzocht heeft, of gevonden literatuur voldoet niet aan de door de werkgroep vooraf opgestelde inclusiecriteria (bijv populatie komt niet overeen, >5% comedicatie).

Kwaliteit van bewijs: Hiermee wordt bedoeld de kwaliteit van bewijs van het totaal aan studies over de betreffende onderzoeksvraag, beoordeeld volgens de GRADE methodiek (zie ook GRADE uitleg blz 17).

Hoge kwaliteit van bewijs                      (hoog)

Matige kwaliteit van bewijs         (matig)

Lage kwaliteit van bewijs                       (laag)

Zeer lage kwaliteit van bewijs     (zeer laag)

 

 

Tabel 1: Overzicht   van gevonden relatie tussen SSRI’s als groep/afzonderlijk en de door de   werkgroep vooraf gedefinieerde relevante uitkomstmaten, die in deze richtlijn   in de verschillende hoofdstukken aan bod komen.

 

Alle SSRI’s

Citalopram

Escitalopram

Fluoxetine

Fluvoxamine

Paroxetine

Sertraline

Uitkomstmaten

 

 

 

 

 

 

 

Complicaties bij de   zwangere/moeder

 

 

 

 

 

 

 

spontane miskraam

=/↑

(zeer laag)

=

(zeer laag)

n.a.

=

(laag)

=

(laag)

(laag)

=

(laag)

hypertensieve   complicaties

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

diabetes gravidarum

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

serotiniteit

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

intrauteriene   vruchtdood (IUVD)            

=

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

Complicaties tijdens   de baring

 

 

 

 

 

 

 

kunstverlossingen

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

sectio’s

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

inleiding van de   baring

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

bloedverlies bij de   partus

=

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

Complicaties bij het   kind

 

 

 

 

 

 

 

congenitale   afwijkingen (blz 48–52)

 

 

 

 

 

 

 

Milde structurele   en/of functionele aangeboren afwijkingen (niet cardiaal)

(laag)

=

(laag)

n.a.

=

(zeer laag)

n.a.

=/↑

(laag)

=

(laag)

Ernstige structurele   en/of functionele aangeboren afwijkingen (niet cardiaal)

=/↑

(zeer laag)

=/↑

(laag)

=

(zeer laag)

=/↑

(laag)

=

(zeer laag)

=/↑

(laag)

=

(laag)

Cardiovasculaire   afwijkingen

=/↑

(zeer laag)

=/↑

(laag)

=/↑

(zeer laag)

=

(laag)

=

(zeer laag)

=/↑

(laag)

=/↑

(laag)

neonatale effecten

 

 

 

 

 

 

 

zwangerschapsduur

=

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

vroeggeboorte

=

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

Geboortegewicht   (continue gemeten)

=

=

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

Geboortegewicht   (groei <10e percentiel)

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

APGAR score

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

pH   navelstrengarterie

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

opname op de NICU

(laag)

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

opname op de   kinderafdeling (niet NICU)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

persisterende   pulmonale hypertensie

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

verlengd QT interval

(zeer laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

neonatale   onttrekkingsverschijnselen/intoxicatie

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

lange termijn   effecten (>2jr)

 

 

 

 

 

 

 

motorische effecten

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

emotionele, sociale   en gedragseffecten

=

(zeer laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

cognitieve effecten

=

(laag)

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

Lactatie

 

 

 

 

 

 

 

Vroege neonatale   effecten

n.a.

=

(zeer laag)

n.a.

=

(zeer laag)

n.a.

n.a.

n.a.

Lange termijn   effecten

n.a.

n.a.

n.a.

=

(zeer laag)

n.a.

n.a.

n.a.

Checklist  SSRI-gebruik