Overzicht geadviseerde behandelingen bij AID

Geadviseerde antibiotische behandeling van acute infectieuze diarree bij bekende ziekteverwekker.

 

Verwekker

Antibiotische behandeling, indien geindiceerd

Aanvullende adviezen

Bacterieel

Campylobacter spp

1. azitromycine 1dd 500 mg (po) ged. 3 dgn.

2. erytromycine 2dd 500 mg (iv) ged. 5 dgn.

Geen behandeling tenzij ernstige infectie en/of immuun gecompromitteerd; dan zo vroeg mogelijk.

Salmonella (non-typhi spp.)

1. ciprofloxacine 2dd 400 mg (iv) / 500 mg (po) ged. 7 dgn.

2. TMP-SMZ 2dd 960 mg ged. 7 dgn.

Geen behandeling tenzij ernstige infectie en/of endovasculair kunstmateriaal in situ en/of immuun gecompromitteerd. In de laatste twee omstandigheden behandelen gedurende 14 dgn.

NB: langdurig fecesdragerschap is mogelijk.

Shigella spp.

1. ciprofloxacine eenmalig 1000 mg (po)

2. azitromycine 1dd 500 mg ged. 3 dgn.

3. TMP-SMZ 2dd 960 mg ged. 3 dgn.

Geen behandeling tenzij ernstige infectie. Immuungecompromitteerden: ciprofloxacine 2dd 500 mg ged. 7-10 dgn.

Yersinia spp.

1. ciprofloxacine 2dd 400 mg (iv) / 500 mg (po) ged. 5 dgn.

2. TMP-SMZ 2dd 960 mg ged. 5 dgn.

Geen behandeling tenzij systemische verschijnselen en/of immuungecompromitteerd. Bij immuungecompromitteerden behandelduur 2 weken.

Escherichia coli spp.

 

 

EHEC/STEC

Geen

Vermijd gebruik antiperistaltica.

ETEC

1. TMP-SMZ 2dd 960 mg ged. 5 dgn.

2. ciprofloxacine 2dd 400 mg (iv) / 500 mg (po) ged. 3 dgn of eenmalig 1000 mg (po).

 

Geen behandeling, tenzij ernstige infectie.

EAEC, EPEC, EIEC,

Als ETEC

Klinisch onderscheid met ETEC niet mogelijk.

Vibrio cholerae O1 of O139

doxycycline eenmalig 300 mg (po) òf ciprofloxacine eenmalig 1000 mg (po) of azitromycine eenmalig 1000 mg.

Rehydratie vormt samen met antibiotische behandeling de hoeksteen van behandeling. Bij de keuze van het antibioticum dient rekening te worden gehouden met lokale resistentie patronen.

Voor zwangere vrouwen wordt azitromycine aangeraden.

Toxine producerende Clostridium difficile

1. niet ernstig

 

 

 

 

 

2. ernstig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. kritisch

 

 

 

1. metronidazol 3dd 500 mg (po) ged. 10 dgn.

2. vancomycine 4dd 125 mg (injectievloeistof po) ged. 10 dgn.

 

1. vancomycine 4dd 125 mg (injectievloeistof po) ged. 10 dgn / 4dd 250 mg (capsules po) ged. 10 dgn.

2. teicoplanin 2dd 100 mg (injectievloeistof po) ged. 10 dgn.

3. fidaxomicine 2dd 200 mg (po) ged. 10 dgn.

 

metronidazol 3dd 500 mg (iv), evt. met vancomycine intraluminaal 4dd 500 mg.

 

Stop zo mogelijk verantwoordelijk antibioticum.

Isoleer patiënt.

Bij 1e relapse/recidief: herhaal behandeling. Bij ernstige ziekte: overweeg fidaxomicine 2dd 200 mg po ged. 10 dgn.

 

 

Vanaf 2e recidief:

òf afbouwschema vancomycine met 1e week na therapie 4dd 125 mg, 2e week 2dd 125 mg, derde week 1dd 125mg, en vervolgens nog 1-2 weken tweemaal per week vancomycine 250-500 mg po,

òf fidaxomicine 2dd 200 mg po ged. 10 dgn,

òf, indien uitvoerbaar, fecestransplantatie.

Parasitair

Giardia lamblia

metronidazol 1dd 2 g (po) ged. 3 dgn.

NB: symptoomloos dragerschap komt veel voor en behoeft geen behandeling.

Entamoeba histolytica

metronidazol 3dd 750 mg ged. 5-10 dgn.

 

Entamoeba histolytica dragerschap

1. clioquinol suspensie 3dd 250 mg ged. 10 dagen

2. paromomycine 3dd 500 mg ged. 10 dgn.

1. Tijdens zwangerschap geen clioquinol maar paromomycine. Dit is een niet geregistreerd geneesmiddel.

2. In overleg met medisch microbioloog/parasitoloog

Entamoeba dispar

Geen

Apathogeen

Cryptosporidium spp.

Geen

Bij immuun competente patiënten kan bij persisterende diarree behandeling met nitazoxanide 2dd 500 mg ged. 3 dgn worden overwogen.

Cyclospora spp.

TMP-SMZ 2dd 960 mg ged. 7 dgn.

Immuungecompromitteerden (HIV+) 2dd 960 mg ged. 10 dgn, gevolgd door secundaire profylaxe met het zelfde middel.

Cystoisospora (voorheen Isospora spp.)

Geen

Zie Cyclospora spp.

Dientamoeba fragilis

clioquinol suspensie 3dd 250 mg ged. 10 dgn.

Pathogeniciteit omstreden. Behandeling kan worden overwogen wanneer sprake is van langdurige diarree veroorzaakt door mono-infectie met D. fragilis en na uitsluiting van andere oorzaken.

In verband met mogelijke accumulatie max. 3 kuren clioquinol per jaar, met tussenpozen van minimaal 2 maanden.

Blastocystis spp.

metronidazol 1dd 1500 mg ged. 10 dgn.

Pathogeniciteit omstreden. Behandeling van een vermeende Blastocystis spp. infectie kan worden overwogen bij langdurige klachten en na uistluiting van andere oorzaken.

Gebruikte afkortingen: ETEC: Enterotoxische Escherichia coli; EHEC: Enterohemorrhagische Escherichia coli: EAEC: Enteroaggregatieve Escherichia coli; EPEC: Enteropathogene Escherichia coli; EIEC: Enteroinvasieve Escherichia coli; TMP-SMZ: Trimethoprim-sulfamethoxazol (co-trimoxazol).