Informatie voor patient en personeel bij provocatie

1          Achtergrond

In dit gedeelte wordt besproken welke instructies en informatie aan de patiënt gegeven kunnen worden voorafgaande aan de provocatie. Verder worden adviezen gegeven bedoeld voor degenen die betrokken zijn bij de aanvraag van de provocatie, het toedienen van het provocatiemateriaal en de behandeling van een reactie. Waar wordt gesproken over de patiënt, kunnen bij kinderen in plaats daarvan ook ouders of verzorgers, wettelijke vertegenwoordigers van de patiënt bedoeld zijn.

 

Er is geen wetenschappelijke onderbouwing te vinden voor deze individuele adviezen en instructies. De instructies en adviezen zijn volledig gebaseerd op ervaring van de werkgroepleden en op algemene adviezen in bestaande internationale richtlijnen. Bij verschil van inzicht is consensus verkregen.

 

Op een afdeling waar voedselprovocaties verricht worden, moet het duidelijk zijn voor de betrokken artsen, verpleegkundigen en doktersassistenten wie welke van de volgende taken heeft: observeren van de patiënt, toedienen van het provocatiemateriaal, interpretatie van de klachten voor en tijdens de provocatie, behandeling van een reactie, assistentie bij ernstige reacties.

 

Aangezien het uitvoeren van voedselprovocaties niet voorbehouden is aan een bepaald specialisme en er geen officieel erkende landelijke opleiding is tot allergieassistent of allergieverpleegkundige, kunnen de verschillende rollen door verschillende medici en gezondheidswerkers vervuld worden, zolang de wet BIG daar de ruimte voor laat. Altijd moet echter een ervaren arts de eindverantwoordelijkheid hebben; deze heeft ook de directe supervisie over alle andere betrokkenen tijdens de provocatie. Ieder die een bepaalde rol heeft, moet zich bekwaam achten voor het vervullen van die rol. Ook de superviserende arts moet overtuigd zijn van diens competentie.

 

2          Bij maken afspraak voor provocatie

Informatie aan patiënt

 

Instructies aan patiënt

De volgende instructies kunnen gegeven worden:

 

Aanvraag door arts

 

3          Op de dag van provocatie

Observatie na laatste dosisstap

Een standaard observatietijd meer dan 6 uur na een ernstige reactie met als doel een bifiasche reactie te ondervangen acht de werkgroep niet nodig. In een retrospectieve studie van Lee (2) werden in 1,5% (9/614)van de positieve provocaties een bifasische reactie gezien. In de meeste gevallen betrof het reacties waarbij de initiële reactie met epinefrine is behandeld. In de studie van Jarvinen (3) werd slechts in één geval een bifasische reacties gezien op 463 positieve provocaties. In een studie van Saleh-Langenberg gepresenteerd op het AAAAI congres in 2015 in Houston werd gevonden dat bij 8 (1 x op placebo dag) kinderen van de 1142 die een DBPGVP ondergingen er ernstige late reactie werd gezien voornamelijk bij kinderen die ook een initiële ernstige reactie hadden;

 

4          Na de provocatie

 

5          Literatuur

  1. Sampson HA, Gerth van Wijk R, Bindslev-Jensen C, Sicherer S, Teuber SS, Burks AW, et al. Standardizing double-blind, placebo-controlled oral food challenges: American Academy of Allergy, Asthma & Immunology-European Academy of Allergy and Clinical Immunology PRACTALL consensus report. J Allergy Clin Immunol 2012;130:1260-74.
  2. Lee J, Garrett JP, Brown-Whitehorn T, Spergel JM. Biphasic reactions in children undergoing oral food challenges. Allergy Asthma Proc 2013;34:220-6.
  3. Järvinen KM, Amalanayagam S, Shreffler WG, Noone S, Sicherer SH, Sampson HA, Nowak-Wegrzyn A. Epinephrine treatment is infrequent and biphasic reactions are rare in food-induced reactions during oral food challenges in children. J Allergy Clin Immunol 2009;124:1267-72.