Component resolved diagnostics (CRD)

Sinds een aantal jaren is het mogelijk specifiek IgE te bepalen tegen bepaalde specifieke allergenen, ook wel componenten genoemd. Hiervan komen er steeds meer beschikbaar. Met behulp van CRD kan onderscheid gemaakt worden tussen sensibilisatie voor kruisallergenen en voedselspecifieke allergenen.

 

Sensibilisatie voor de kruisallergenen PR10 en profiline komt zeer veel voor bij patiënten met allergie voor boompollen of graspollen (1). Allergie voor PR10-eiwitten leidt, met uitzondering van sojamelk, tot milde allergische klachten die beperkt blijven tot de mond-keelholte en die bekend staan onder de naam oraal allergie syndroom (OAS). Sensibilisatie voor voedselspecifieke allergenen als stapeleiwitten en parvalbumine zijn klinisch relevant voor een wisselend deel van de patiënten en verantwoordelijk voor systemische reacties. Sensibilisatie voor stabiele kruisreactieve allergenen (non-specific lipid tranfer protein, nsLTP) is mogelijk klinisch relevant voor 20-30% van de patiënten en kan systemische allergische reacties veroorzaken (2). Pinda, noten (zie tabel), peulvruchten (waaronder soja) en granen bevatten deze drie soorten allergenen. Vis, melk ei bevatten alleen voedselspecifieke allergenen.

 

Allergeencomponenten in pinda en hazelnoot

Type allergeen

 

Pinda

Hazelnoot

Seed storage protein

Ara h 2, 6

Cor a 9, 14

Profiline

Ara h 5

Cor a 7

PR-10 eiwit

Ara h 8

Cor a 1

nsLTP

Ara h 9

Cor a 8

 

 

 

 

 

 

 

In het algemeen is de kans op een systemische reactie bij inname groter naarmate de allergenen meer voedselspecifiek zijn is (zie figuur). De verwachting is dat de voorspellende waarde voor de kans op een systemische reactie van sIgE tegen afzonderlijk allergeencomponenten van pinda of hazelnoot hoger is dan die van sIgE tegen de hele pinda of hazelnoot. In het laatste geval is het niet duidelijk of de positieve test het gevolg is van sIgE tegen een kruisallergeen verantwoordelijk voor OAS, of een pinda- of hazelnootspecifieke component verantwoordelijk voor systemische reacties.

 

Relatie tussen frequentie van voorkomen en kans op systemische reacties van diverse allergenen

Relatie tussen frequentie van voorkomen en kans op systemische reacties van diverse allergenen.

 

KNR: klinisch niet relevant. CCD (Cross Reactive Carbohydrates): kruisreactieve koolhydraten