Terminologie m.b.t. psychische symptomen

Gebruikelijke terminologie met betrekking tot psychische symptomen bij hartrevalidatiepatiënten
De psychische symptomen bij patiënten die in aanmerking komen voor hartrevalidatie zijn zeer divers. Naast psychiatrische diagnoses gebaseerd op DSM-IV-TR, is er een grote diversiteit aan psychische symptomen die niet duidelijk te benoemen zijn als DSM-diagnose. De tabel in deze bijlage geeft een praktisch hanteerbaar overzicht en indeling hiervan. Ook wordt de specifieke manifestatie binnen de cardiologie/hartrevalidatie (indien van toepassing) weergegeven.

Overzicht van psychische symptomen binnen de hartrevalidatie

Psychische symptomen

DSM-IV diagnose en manifestatie algemeen

Manifestatie bij hartpatiënten

Emotionele instabiliteit

n.v.t.

Moeheid, snel emotioneel, milde slaapproblemen, prikkelbaar, gespannen, onzeker, bang en somber

Subklinische depressie

Dysthyme stoornis
Ten minste de helft van de tijd de afgelopen 2 jaar sombere stemming, naast additionele depressieve symptomen, niet voldoen aan de criteria voor een depressieve episode

Enige mate van prikkelbaarheid/vijandigheid, moeheid en lusteloosheid

Aanpassingsstoornis met depressieve stemming Psychologische respons op een identificeerbare stressor(s) (maximaal 3 maanden na begin stressor) die resulteert in de ontwikkeling van klinisch significante emotionele of gedragssymptomen

 

Subklinische angst

Enige mate van angst, paniek of vermijding van specifieke situaties gerelateerd aan angst

 

Depressieve stoornis

Depressieve stoornis
Eén of meer depressieve episoden (ten minste 2 weken sombere stemming of verlies van interesse, naast 4 additionele symptomen van depressie)

Snel prikkelbaar/vijandig, moe, lusteloos

Angststoornis

Paniekstoornis
Minstens 2 paniekaanvallen afgelopen maand en minstens 4 van de 13 symptomen. Recidiverende onverwachte paniekaanvallen (discrete periode met een plots begin van onwelbevinden, intense angst, vrees of schrik, vaak begeleid door een gevoel van naderend onheil, met symptomen van benauwdheid, palpitaties, pijn of een vervelend gevoel op de borst, stikken, en angst om gek te worden of de controle te verliezen) waarover continue zorgen bestaan

Aanvallen met vooral lichamelijke en cardiale klachten (pijn op de borst, palpitaties). Patiënt herkent zich over het algemeen niet in de term paniek, maar maakt zich wel zorgen over de ervaren cardiale symptomen.

Agorafobie
Angst voor of vermijden van plaatsen, of situaties van waar ontsnappen moeilijk of beschamend zou zijn, of waar geen hulp zou zijn in geval van een paniekaanval of paniek-achtige symptomen

Vermijdingsgedrag ten aanzien van eerdere situaties waarin cardiale symptomen optraden, bijv. angst voor bewegen (kinesiofobie)

Posttraumatische Stressstoornis
Herbeleven van een extreem traumatische gebeurtenis, vergezeld door symptomen van toegenomen alertheid, en vermijden van stimuli geassocieerd aan het trauma

Herbeleven cardiale incident, vermijdingsgedrag ten aanzien van situatie(s) waarin cardiale incident optrad

Gegeneraliseerde Angststoornis
Ten minste 6 maanden aanhoudende excessieve angst en zorgen

Zorgen en angst over cardiale symptomen

Sociale fobie
Klinisch significante angst uitgelokt door blootstelling aan bepaalde typen sociale situaties of situaties waarin gepresteerd dient te worden, vaak leidend tot vermijdingsgedrag

Vermijdingsgedrag ten aanzien van eerdere situaties waarin cardiale symptomen optraden

Specifieke fobie
Klinisch significante angst uitgelokt door blootstelling aan een specifiek gevreesd object of situatie, vaak leidend tot vermijdingsgedrag

Vermijdingsgedrag ten aanzien van eerdere situaties waarin cardiale symptomen optraden

Hypochondrie
Preoccupatie met de angst voor het hebben, of het idee van het hebben van een ernstige ziekte, gebaseerd op de misperceptie van lichamelijke symptomen en functie.

‘Hartangst’, geruststelling zoeken bij cardiale klachten