Uitleg termen vragenlijst

Ziekteactiviteit en Kwaliteit van leven
Bij het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst wordt onderscheid gemaakt tussen betrouwbaarheid, validiteit en responsiviteit. Hieronder een beknopte uitleg van veel voorkomende termen in de onderstaande hoofdstukken betreffende de ziekteactiviteit en kwaliteit van leven.

Betrouwbaarheid:
Mate waarin de scores onveranderd blijven (aangenomen dat de patiënt zelf niet is veranderd) onder diverse omstandigheden, te weten:
Interne consistentie: de mate van overeenkomst tussen de vragen binnen de vragenlijst, vaak uitgedrukt in Cronbach’s alpha. Optimale waarden: tussen 0,70 en 0,95.
Reproduceerbaarheid, ook wel test-hertest betrouwbaarheid. Over de tijd, door dezelfde persoon (‘rater’) afgenomen. Vaak uitgedrukt met de ‘intra class correlation’ (ICC) of kappa. Optimale waarde: > 0,70

Validiteit
Mate waarin een vragenlijst meet wat hij zou moeten meten, uitgaande van een onderliggend theoretisch concept (‘construct’ genaamd). Er zijn diverse kenmerken van validiteit, te weten:
Inhoudsvaliditeit: mate waarin de gekozen vragen passen bij het onderliggend theoretisch concept. De eerste stap na de ontwikkeling van een vragenlijst; een team van experts en de doelpopulatie (dus de patiënten voor wie de lijst bedoeld is) beoordeelt of de gemeten concepten en gekozen items passen bij het doel van de vragenlijst en de doelpopulatie.

Constructvaliditeit
De mate waarin de diverse dimensies binnen de vragenlijst overeenkomen met de dimensies binnen het onderliggend theoretisch concept. Dit is te meten m.b.v. factor analyse. (Factoranalyse: Een statistische methode om voor een groot aantal geobserveerde variabelen een kleiner aantal achterliggende variabelen te identificeren (factoren)) Een voorwaarde bij constructvaliditeit is dat er een vooraf bepaalde hypothese moet zijn over het onderliggend concept.
Criteriumvaliditeit (convergent validity): de mate waarin scores van de vragenlijst overeenkomen met die van een andere vragenlijst (‘gouden standaard’) waarmee de vragenlijst in kwestie vergeleken wordt.  Cross-culturele validiteit: de mate waarin de prestaties van de items op een vertaald of cultureel aangepast HR-PRO instrument adequate weerspiegeling zijn van de prestaties van de items van de oorspronkelijke versie van de HR-PRO instrument.

Responsiviteit
Responsiviteit: de mate waarin een vragenlijst verandering over tijd kan detecteren; uitgedrukt in bijvoorbeeld minimal important difference (MID) of smallest detectable change.
MID: minimal important difference: kleinste verschil in score dat door patiënten als voldoende verbetering wordt beschouwd om verandering in behandeling te verantwoorden (Juniper 1994).