Meervoudig
interventie programma
| Meervoudige interventies ter preventie van delier, toegepast in een op
  maat gemaakt individueel zorgplan gebaseerd op een risicoassessment Behandel cognitieve stoornissen en/of
  desoriëntatie door: ·        
  bieden van
  goede verlichting en duidelijke en zichtbare bewegwijzering, een klok en een
  kalender; ·        
  heroriënteren
  van de patiënt door (telkens weer) uit te leggen waar hij is, wie er in de
  kamer is, wat uw rol is en wat de patiënt heeft of waarvoor de patiënt is
  opgenomen; ·        
  invoeren
  van cognitief stimulerende activiteiten (bijvoorbeeld vertrouwde spullen van
  thuis); ·        
  faciliteren
  van regelmatige bezoeken van familie en vrienden. Behandel uitdroging en/of
  obstipatie door: ·        
  zorgen
  voor voldoende vochtinname om uitdroging te voorkomen door het stimuleren om
  te drinken (overweeg om subcutaan of intraveneus vocht toe te dienen, indien
  nodig); ·        
  (indien
  nodig) bijhouden van de vochtbalans en/of dagelijks wegen bij mensen met
  comorbiditeit (bijvoorbeeld hartfalen of chronische nierziekte); ·        
  laagdrempelig
  laxeren. Beoordeel hypoxie en optimaliseer
  zuurstofverzadiging, indien nodig, waar dat klinisch aangewezen is. Behandel infectie door: ·        
  op zoek
  gaan naar en behandeling van infecties; ·        
  het
  vermijden van onnodige katheterisatie en onnodig lang intraveneuze
  behandeling. Behandel immobiliteit of een beperkte
  mobiliteit door middel van de volgende acties. Moedig mensen aan: ·        
  snel te
  mobiliseren na de operatie; ·        
  te
  wandelen (bied passende loophulpmiddelen indien nodig - deze moeten altijd
  toegankelijk zijn); ·        
  actieve
  range-of-motion oefeningen uit te voeren (inclusief de mensen die niet kunnen
  lopen). Vraag fysiotherapeut en/
  of ergotherapeut in consult: ·        
  voor de
  beoordeling van het veilig lopen; ·        
  voor het
  advies over het juiste loophulpmiddel; ·        
  voor het
  verbeteren van de loopbalans. Behandel pijn door: ·        
  het
  voortdurend beoordelen van de pijn; ·        
  het
  blijvend observeren van non-verbale tekenen van pijn, vooral bij patiënten
  met communicatiebeperkingen; ·        
  het
  starten en beoordelen van geschikte pijnbehandeling. | 
| Rapporteer de medicatie bij mensen die
  meerdere geneesmiddelen gebruiken, rekening houdend met zowel het type als
  het aantal van de medicijnen. ·        
  observatie
  inname medicatie. Behandel slechte
  voedingstoestand of voedselinname
  door: ·        
  bijhouden
  van voedingslijst; ·        
  starten
  van bijvoeding; ·        
  consulteer
  de diëtiste; ·        
  controleer
  of eventuele protheses goed passen; ·        
  inspectie
  van de mond (infectie/schimmel); ·        
  stimuleer
  gebruik huiskamer/eetkamer; ·        
  schakel
  familie en naasten in voor participatie bij maaltijden. Behandel de zintuiglijke beperkingen door: ·        
  zorgen
  voor eigen bril en/of gehoorapparaat. Bevorder een goed slaappatroon en
  slaaphygiëne door: ·        
  het
  vermijden van verpleegkundige of medische procedures tijdens het slapen, ook
  bij kamergenoten; het verminderen van geluid tot een minimum tijdens de
  slaapperioden. | 
| Bij tekenen van delier is het aan te bevelen
  dat de verpleegkundige interventies gericht zijn op het verzamelen van
  informatie om onderstaande aspecten aan te tonen of uit te sluiten. Dehydratie: ·        
  bijhouden
  van vochtbalans / vochtlijst. ·        
  wegen van
  patiënt Urineretentie: ·        
  bladderscan; ·        
  urineproductie
  bijhouden. Traumatische
  afwijkingen (fracturen): ·        
  is patiënt
  recent gevallen? Ontstekingen
  (luchtwegen / longen en urinewegen): ·        
  observatie
  verslikken; ·        
  hoesten; ·        
  benauwdheid; ·        
  frequent
  urineren / incontinentie. Neurologische
  incidenten: ·        
  afhangende
  mondhoek; ·        
  moeilijker
  kunnen spreken; ·        
  krachtsverlies. ·        
  trekkingen ·        
  bewustzijnsdalingen Cardiopulmonale
  problematiek: ·        
  oedeem; ·        
  klachten
  pijn / drukkend gevoel op de borst; ·        
  kortademigheid. | 
| Anemie: ·        
  klachten
  van moeheid; ·        
  bleek
  zien; ·        
  benauwdheid; ·        
  spierzwakte. Pijn: ·        
  observatie
  non verbale tekenen van pijn. ·        
  Pijnscore
  starten Infectie: ·        
  koorts,
  koude rillingen, ondertemperatuur; ·        
  tachycardie. | 
| Meervoudige interventie in de behandeling van delier De
  zorgvragen van patiënten met delier zijn niet altijd dezelfde. Een patiënt
  met een hyperactief delier heeft andere zorgvragen dan een patiënt met een
  hypoactief delier. Enerzijds is de verpleegkundige zorg gericht op
  symptoomreductie van: ·        
  gestoord
  bewustzijn; ·        
  gestoorde
  aandacht; ·        
  gestoorde
  oriëntatie en geheugen; ·        
  gestoorde
  waarneming; ·        
  gestoorde
  prikkelverwerking; ·        
  angst. anderzijds
  heeft zij betrekking op het herstellen en handhaven van de fysiologische
  stabiliteit door: ·        
  reductie
  van risicofactoren; ·        
  zorgen
  voor voldoende vocht en voeding; ·        
  goede
  uitscheiding; ·        
  voldoende
  mobiliteit; ·        
  optimaliseren
  van visus en gehoor; ·        
  veiligheid; ·        
  zorg voor
  naasten. Betrek
  familie/mantelzorger bij zowel symptoomreductie als bewerkstelligen van
  fysiologische stabiliteit. |