Implementatieplan

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling – 1

 

1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

X Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

Met name in het buitenland is er een toename van andere manieren van beoordeling van het cavum. Steeds meer patiënten gaan vanuit Nederland naar het buitenland. Omdat patiënten er hierdoor ook meer om kunnen vragen in Nederland is het goed om hier als beroepsvereniging een standpunt over te hebben.

 

2.Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□ < 1000

□ < 5000

X  5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

□ Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: [toelichting]

 

x Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

 

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

 

  1. Richtlijn/klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Geen belemmerende factoren verwacht.

Publicatie op de richtlijnendatabase van de Federatie Medisch Specialisten. Deze is algemeen bekend bij artsen en wordt veel gebruikt als naslagwerk.

 

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Patiënten met een kinderwens hebben vaak de vraag of er niet meer onderzocht kan worden en vragen hier ook vaak om. Als het buitenland dit dan wel aanbiedt dan is het soms moeilijk voor de arts in NL om dit niet te doen.

Dat er geen evidence voor is en dat het de kans op zwangerschap vergroot en dat er kans is op complicaties is.

  1. Patiënt/cliënt (naasten)

 

Een deel van de patiënten met kinderwens kiest voor behandeling in het buitenland, deels vanwege positieve verhalen en de verwachting van betere fertiliteitszorg, en deels nadat een traject in Nederland geen levend geboren kind opleverde. In het buitenland worden vaak meer onderzoeken en behandelingen uitgevoerd, waaronder hysteroscopieën. Dit verschil in beleid maakt het voor Nederlandse artsen soms lastig om af te wijken van de wens van de patiënt om een hysteroscopie te laten uitvoeren.

Patiënten informeren over hysteroscopie en waarom deze in Nederland niet standaard worden aangeboden.

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

 

 

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

 

 

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

In het buitenland zitten er soms commerciële belangen aan de onderzoeken die worden aangeboden. Voor de patiënt is dat niet altijd duidelijk en die kunnen dan denken dat het daar beter is omdat er meer wordt onderzocht.

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

X Patiënt/ cliënt (naaste)

Professional

X Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

X Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Geen verandering nodig voor de Nederlandse ziekenhuizen, wellicht wel voor de buitenlandse ziekenhuizen waar de Nederlandse zorgverzekeraar de zorg nog vergoed zoals in Duitsland en België.

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

< 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

Niet van toepassing want er hoeft niets veranderd te worden in de Nederlands ziekenhuizen.

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja* X Nee

 

Toelichting:

[toelichting]

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen. 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.