Implementatietabel

(Sub)aanbeveling

 

Sterkte van de aanbeveling

Bewijskracht per uitkomstmaat

Verkeerslicht per (sub)aanbeveling

 

Aanbeveling 1:

Geef bij aanhoudend bloedverlies postpartum vanaf 500 mL een hoeveelheid kristalloïden die niet groter is dan het verloren bloedvolume. Dien bij massaal bloedverlies erytrocytenconcentraat en andere bloedproducten toe volgens lokaal protocol.

☑ Sterk (doe/ gebruik) /

Zwak (overweeg)

Overall bewijskracht

 

□ H  □ M  □L  VL     □ NG

 

Range bewijskracht van alle uitkomstmaten

H  □ M  L  □ VL     NG

 

OF

 

□ voor de (sub)uitgangsvraag is geen systematische literatuur analyse uitgevoerd

 

 

ROOD: vul tabel A in

 

LICHT ROOD: vul tabel A in

 

ORANJE: gebruik tabel B

 

LICHT GROEN: vul tabel A in

 

GROEN: vul tabel A in

 

Implementatietabel

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling –1

 

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

Er is aanzienlijke variatie in de klinische praktijk wat betreft de hoeveelheid kristalloïden die wordt toegediend bij postpartum bloedverlies vanaf 500 ml. Sommige zorgverleners volgen een liberaler beleid, terwijl anderen meer terughoudend zijn. Er is behoefte aan duidelijkere richtlijnen over de optimale hoeveelheid vloeistof bij deze groep patiënten.

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□< 1000

□ < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: deze aanbeveling maakt deel uit van een set van modules voor de preventie van post-partum hemorragie.

 

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

 

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Onzekerheid over de praktische toepasbaarheid in alle settings, variatie in klinische ervaring, weerstand tegen verandering van routine.

Aansluiting bij bestaande richtlijnen in anesthesiologie, waar terughoudende vulling al gebruikelijk is. Er is weinig bewijs voor schade door restrictief beleid.

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Onvoldoende kennis of bewustzijn van het belang van restrictieve vulling, vastgeroeste gedragsroutines.

Verhoogd bewustzijn door training en educatie. Mogelijkheid om klinische routines te verbeteren op basis van wetenschappelijke onderbouwing.

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Patiënten kunnen onzeker zijn over het nieuwe beleid of zich zorgen maken over de gevolgen van beperkte vulling.

Patiënten kunnen voordeel ervaren door het vermijden van overmatige vloeistoftoediening, met sneller herstel en minder kans op bijwerkingen zoals hypothermie.

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Mogelijke weerstand van zorgverleners die gewend zijn aan de liberalere aanpak van vloeistoftoediening.           

Het verhogen van samenwerkingsbereidheid door multidisciplinair overleg en gezamenlijke besluitvorming tussen zorgverleners.

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Onvoldoende middelen of capaciteit om uitgebreide training te geven. Mogelijke logistieke uitdagingen in de implementatie.   

Het kan eenvoudig worden geïmplementeerd in settings die al gericht zijn op het verbeteren van zorgkwaliteit. Beschikbare tools en checklists voor implementatie.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Mogelijke zorgen over kosten van extra trainingen of herziening van protocollen.        

Besparingen door vermindering van onnodige vloeistoftoediening en vermindering van complicaties zoals longoedeem of ziekenhuisopname, wat mogelijk kosteneffectief is.

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

☑  Patiënt/ cliënt (naaste)

☑  Professional

☑ Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□  Zorgverzekeraars/ NZa 

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  ……… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Medisch specialisten moeten kennisnemen van deze aanbeveling en zo nodig protocollen aanpassen.

 

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

  < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

Ja* Nee

 

Toelichting: kennisnemen van deze aanbeveling is voldoende voor de implementatie.

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.