Implementatietabel

(Sub)aanbeveling

 

Sterkte van de aanbeveling

Bewijskracht per uitkomstmaat

Verkeerslicht per (sub)aanbeveling

 

Aanbeveling 1:

Kies bij vrouwen die een sectio caesarea ondergaan voor de profylactische dosering oxytocine van 3 IU iv  in 5 minuten als bolus, gevolgd door een onderhoudsdosering van 2,5 IU per uur gedurende 4 uur.

 

Kies bij vrouwen die vaginaal bevallen met een verhoogd risico op HPP voor de profylactische dosering oxytocine van 3 IU iv in 5 minuten als bolus, gevolgd door een onderhoudsdosering van 2.5 IU per uur gedurende 4 uur.

☑ Sterk (doe/ gebruik) /

Zwak (overweeg)

Overall bewijskracht

 

□ H  □ M  □L  VL     □ NG

 

Range bewijskracht van alle uitkomstmaten

□H  M  □ L  □ VL     NG

 

OF

 

□ voor de (sub)uitgangsvraag is geen systematische literatuur analyse uitgevoerd

 

 

ROOD: vul tabel A in

 

LICHT ROOD: vul tabel A in

 

ORANJE: gebruik tabel B

 

LICHT GROEN: vul tabel A in

 

GROEN: vul tabel A in

Aanbeveling  2

Geef bij klinisch barende vrouwen met een laag risico op HPP, indien gekozen wordt voor profylaxe, een eenmalige dosering van 5 IE iv in 5 minuten (zonder onderhoudsdosering) of 10 IE im indien geen intraveneuze toegang aanwezig is.

 

 

☑ Sterk (doe/ gebruik) /

□ Zwak (overweeg)

Overall bewijskracht

 

□ H  □ M  □ L  VL     □ NG

 

Range bewijskracht van alle uitkomstmaten

□H  M  □ L  □ VL     NG

 

OF

 

□ voor de (sub)uitgangsvraag is geen systematische literatuur analyse uitgevoerd

 

 

ROOD: vul tabel A in

 

LICHT ROOD: vul tabel A in

 

ORANJE: gebruik tabel B

 

LICHT GROEN: vul tabel A in

 

GROEN: vul tabel A in

 

Implementatietabel

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling –1

 

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

□ Ongewenste praktijkvariatie

Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

Er is nieuwe evidentie beschikbaar uit meerdere studies en een netwerk meta-analyse (Tantry, 2023) die suggereren dat een lagere initiële dosering oxytocine (3 IU) in combinatie met een onderhoudsdosering even effectief is als een hogere initiële dosis (5 IU), met minder bijwerkingen zoals hypotensie en misselijkheid. Dit heeft geleid tot een heroverweging van de aanbeveling.

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□< 1000

□ < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: deze aanbeveling maakt deel uit van een set van modules voor de preventie van post-partum hemorragie.

 

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

 

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Mogelijke weerstand tegen wijziging van bestaande protocollen

Nieuwe evidentie ondersteunt effectiviteit en veiligheid van lagere dosis

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Gebrek aan bekendheid met de nieuwe dosering en implementatie in bestaande protocollen

 

Minder bijwerkingen bij patiënten, lagere risico’s bij toediening

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Mogelijke zorgen over veranderde dosering

Minder bijwerkingen zoals hypotensie en misselijkheid

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Verschillen in ziekenhuisprotocollen, waardoor implementatie inconsistent kan zijn

Duidelijke aanbeveling vanuit de richtlijn en ondersteuning door beroepsverenigingen

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Aanpassing van ziekenhuisprotocollen en scholing vereist

Lagere dosering kan leiden tot minder noodzaak van aanvullende behandelingen

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Mogelijke onzekerheid over vergoeding van gewijzigde dosering

Kostenbesparing door minder bijwerkingen en lagere noodzaak voor extra medicatie

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

☑  Patiënt/ cliënt (naaste)

☑  Professional

☑ Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□  Zorgverzekeraars/ NZa 

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  ……… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Medisch specialisten moeten kennisnemen van deze aanbeveling en zo nodig protocollen aanpassen.

 

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

  < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

Ja* Nee

 

Toelichting: kennisnemen van deze aanbeveling is voldoende voor de implementatie.

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.

 

Aanbeveling –2

 

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

□ Ongewenste praktijkvariatie

Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

Nieuwe literatuurstudies hebben aangetoond dat een lagere dosering van oxytocine even effectief kan zijn bij de preventie van HPP en mogelijk minder bijwerkingen heeft. Dit leidt tot een herziening van de aanbevolen dosis.

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□< 1000

□ < 5000

5000-40.000

  > 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: deze aanbeveling maakt deel uit van een set van modules voor de preventie van post-partum hemorragie.

 

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

 

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Mogelijke weerstand tegen verandering van bestaande protocollen

Ondersteund door recente wetenschappelijke studies

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Gewenning aan de standaarddosering van 5 IU, behoefte aan scholing

Lagere dosering vermindert bijwerkingen, waardoor acceptatie kan toenemen

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Onbekendheid met alternatieve doseringen

Minder bijwerkingen en effectievere preventie van HPP

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Mogelijke verschillen in toepassing per ziekenhuis

Eenduidige landelijke richtlijn verhoogt uniformiteit en patiëntveiligheid

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Aanpassing van protocollen en bijscholing vereist

Eenvoudige implementatie in bestaande zorgprocessen

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Geen directe kostenbesparing op medicatie

 

Mogelijke besparing op zorgkosten door vermindering van complicaties

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

☑  Patiënt/ cliënt (naaste)

☑  Professional

☑ Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□  Zorgverzekeraars/ NZa 

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  ……… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Medisch specialisten moeten kennisnemen van deze aanbeveling en zo nodig protocollen aanpassen.

 

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

  < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

Ja* Nee

 

Toelichting: kennisnemen van deze aanbeveling is voldoende voor de implementatie.

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.