Implementatieplan

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie

Te ondernemen acties voor implementatie

Verantwoordelijken voor acties

Overige opmerkingen

Algemeen

Stel een transportprotocol op waarin lokale afspraken, verantwoordelijkheden en voorwaarden hierover worden vastgelegd. Zorg er ook voor dat, in geval de dienstdoende intensivist het (spoed)transport begeleidt, is afgesproken op welke wijze de zorg voor de (potentiële) IC-patiënten is geregeld en leg dit eveneens vast in het protocol.

De verwijzend intensivist bepaalt of een IC-patiënt moet worden overgeplaatst.

De indicatie voor spoed, begeleid of MICU-transport wordt gesteld door de verwijzend intensivist. Zo nodig kan hiervoor overlegd worden met de regionale MICU-coördinator.

De begeleidend arts is verantwoordelijk gedurende het transport en bepaalt of het transport daadwerkelijk doorgang kan vinden en bepaalt het te voeren beleid tijdens transport, indien het een medisch specialist betreft. Bij vervoer door een IC-voorwacht blijft de verwijzend intensivist verantwoordelijk.

Documenteer de overwegingen voorafgaand aan elke overplaatsing (MICU, spoed of begeleid) in de status.

Leg het beloop vast tijdens transport en zorg voor een goede overdracht.

<1 jaar

geen

geen

geen

geen

geen

 

MICU-transport

Verricht het transport van een IC-patiënt met een gespecialiseerd transport team, bestaande uit in ieder geval een intensivist en IC-verpleegkundige, beiden bekwaam in het uitvoeren van MICU-transport.

Gebruik een MICU-trolley: een in samenspraak met de vervoerder ontwikkelde geïntegreerde opstelling, in beheer en onderhoud bij het MICU-centrum.

<1 jaar

geen

geen

geen

geen

geen

 

Spoed en begeleid IC-transport

Verricht spoedtransport bij een IC-patiënt, waarbij de indicatie van het transport een aanvullende spoedbehandeling is. Hierbij dient de te verwachten winst van de behandeling dusdanig groot te zijn dat deze opweegt tegen het risico van een transport zonder MICU.

Elk ziekenhuis moet in samenwerking met de regionale ambulancedienst in staat zijn een patiënt met spoed over te plaatsen, moet hiervoor de benodigde apparatuur en personeel beschikbaar hebben en dit geprotocolleerd hebben.

Verricht begeleid transport bij IC-patiënten die dusdanig stabiel zijn dat zij naar het oordeel van de verwijzend intensivist hiervoor in aanmerking komen en waarbij niet verwacht wordt dat patiënt op korte termijn zodanig zal verslechteren dat een MICU-transport of spoedtransport alsnog vereist is.

Voor beide geldt dat de patiënt bij voorkeur wordt begeleid door een intensivist.

Indien dat niet mogelijk is dan kunnen deze patiënten ook begeleid worden door:

  • Een medisch specialist met een gelijkwaardig profiel voor de behandeling van vitaal bedreigde patiënten (te weten anesthesiologen en SEH-artsen);
  • Een aantoonbaar bekwame IC-voorwacht (onder verantwoordelijkheid van de insturend intensivist), mits aannemelijk gemaakt kan worden dat de complexiteit van casuïstiek in overeenstemming is met scholing en ervaring van betreffende arts.

Vervoer patiënten met een transportopstelling, waarbij de benodigde apparatuur op veilige wijze kan worden gefixeerd aan brancard of ambulance.

3 jaar

Eenmalig

Aanschaf transportopstelling

Systeem: afstemming met ambulancedienst

Kwaliteitsvisitatie, afspraken tussen IC’s en ambulancediensten

IC’s, ziekenhuisbestuurders en ambulancediensten