Implementatieplan

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Maak onderscheid tussen ziekenhuizen met mogelijkheid en expertise wat betreft brede moleculaire diagnostiek en zonder deze mogelijkheid en expertise.

 

Overweeg om tenminste 1 internist-oncoloog met specifieke kennis en interesse in PTO binnen een oncologisch centrum te hebben.

 

 

1-3 jaar

Geen/weinig. Sinds januari 2022 is het zorgpad DI-CUP in Nederland van kracht en zijn met name internist-oncologen en pathologen goed van deze organisatie van zorg op de hoogte en zijn er geen grote problemen te verwachten qua invoering noch een verandering qua kosten.

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

Gebrek aan informatie over de aanbevelingen in deze richtlijn.

 

Onvoldoende kennis binnen de ziekenhuizen over de PTO-teams en hun rol.

Het spreiden van kennis over deze richtlijn.

 

Kennis spreiden binnen ziekenhuizen over de aanwezigheid van PTO-teams en hun rol.

 

Zorgen voor betrokkenheid van alle leden van het PTO-team.

 

Passende logistiek regelen.

 

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

 

Zorgverleners.

 

PTO-teams.

 

Expertise bij mogelijkheid tot brede moleculaire diagnostiek: PTO-team:

 

Overweeg sterk om in ziekenhuizen met expertise op het gebied van brede moleculaire diagnostiek inclusief WGS een PTO-team te organiseren, bestaande uit een toegewijde:

  1. Internist-oncoloog;
  2. (Oncologie)verpleegkundige/verpleegkundig specialist oncologie/physician assistant oncologie;
  3. Deskundige met palliatieve expertise;
  4. Patholoog;
  5. Klinisch moleculair bioloog in de pathologie (KMBP).
  6. (Nucleair) radioloog en/of nucleaire geneeskundige.

Zorg voor beschikbaarheid van expertise van een laboratoriumspecialist klinische genetica (LSKG) en klinisch geneticus voor eventuele erfelijkheidsvraagstellingen.

1 jaar

Geen of klein. Sinds januari 2022 is het zorgpad DI-CUP in Nederland van kracht (zie boven)

Voldoende bemanning.

 

Aanwezigheid van KMBP, LSKG en KG.

 

Geschikte overlegstructuren.

 

Logistiek op orde hebben, inclusief zorgstraat/PTO-poli.

 

WGS-CUPPA bieden.

 

Kennis en ervaring hebben over interpretatie en integratie van TOO predictie (WGS-CUPPA).

Gebrek aan tijd of mankracht.

 

Logistiek, zorgstraat/PTO-poli  en/of toegang naar WGS niet geregeld.

 

Afwezigheid van passende overlegstructuur.

 

Geen toegang naar KMBP, LSKG of KG.

 

Te weinig kennis en ervaring met interpretatie/integratie van TOO-predictie (WGS-CUPPA).

 

 

Het spreiden van kennis over deze richtlijn.

 

Kennis spreiden binnen ziekenhuis over de aanwezigheid van het PTO-team en de rol van het PTO-team.

 

Zorgen voor betrokkenheid van alle leden van het PTO-team.

 

Passende logistiek regelen.

 

Ziekenhuizen met oncologische zorg die PTO-poli/zorgstraat hebben en WGS beschikken.

 

Zorgverleners.

 

PTO-teams.

 

De behandelaar coördineert de diagnostiek en borgt de duur van het diagnostisch traject.

<1 jaar

Geen.

Geschikte overlegstructuren.

 

Onvoldoende kennis binnen de ziekenhuizen over PTO en de PTO-richtlijn.

Kennis spreiden binnen ziekenhuis over de logistiek rondom PTO-zorg.

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

 

Behandelaar.

 

Wijs een (oncologie)verpleegkundige/verpleegkundig specialist oncologie/physician assistant oncologie aan als vast aanspreekpunt voor vragen vanuit de patiënt en diens naaste(n) en voor de coördinatie van zorg.

<1 jaar

Beperkt

Bemanning.

Gebrek aan tijd of mankracht.

Het spreiden van kennis over deze richtlijn.

 

Bijscholing.

 

Passende logistiek en bemanning regelen.

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

 

Zorgverleners, behandelaar.

 

Indien de expertise of de toegang tot uitgebreide moleculaire analyse ontbreekt, verwijs de patiënt (indien wens en conditie dit toestaat) naar een centrum waar deze expertise en diagnostiek aanwezig zijn.

 

Dit is al redelijk ingeburgerd

Geen

N.v.t.

N.v.t.

Het spreiden van kennis over deze richtlijn.

 

Passende logistiek regelen.

 

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

 

Behandelaar, PTO-team.

 

MDO na basisdiagnostiek:

  • Bespreek een patiënt met verdenking op voorlopig PTO multidisciplinair na basisdiagnostiek.
  • Betrek op indicatie een radiotherapeut en/of chirurg.
  • Stel de diagnose voorlopig PTO na integratie van alle verzamelde gegevens en bepaal eventuele aanvullende diagnostiek (zie module 1).

 

1-3 jaar

Tijdsinvestering, impact op kosten onzeker. Waar reeds goed ingeburgerd beperkt impact.

Voldoende bemanning.

Gebrek aan tijd of mankracht.

 

Gebrek aan kennis over deze richtlijn

Het spreiden van kennis over deze richtlijn binnen de ziekenhuizen/ beroepsgroepen.

Bijscholing.

 

Zorgen voor betrokkenheid van de leden van het PTO-team.

 

Zorgen voor passend overlegstructuur.

 

Passende logistiek regelen.

 

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

 

PTO-team.

 

Behandelaar.

 

MDO/MTB na aanvullende diagnostiek:

  • Bespreek een patiënt opnieuw in een MDO/MTB na verrichten van aanvullende diagnostiek, waarbij internist oncoloog en patholoog aanwezig zijn.
  • Betrek een klinisch moleculair bioloog in de pathologie indien WGS (of uitgebreide DNA + RNA panels) is verricht.
  • Betrek een (nucleair) radioloog en/of nucleair geneeskundige op indicatie, of consulteer deze voorafgaand aan het MDO/MTB.
  • Betrek ook op indicatie een radiotherapeut, chirurg, klinisch geneticus en/of laboratoriumspecialist klinische genetica.
  • Heb ervaring met en kennis van het interpreteren/integreren van TOO-predictie als internist-oncoloog, patholoog en klinisch moleculair bioloog in de pathologie, als lid van het brede PTO-team.
  • Evalueer en integreer alle verzamelde gegevens om tot een conclusie te komen van ofwel vaststelling primaire tumor of diagnose definitieve PTO.

 

<1 jaar

Tijdsinvestering, impact op kosten onzeker. Waar reeds goed ingeburgerd beperkt impact.

Voldoende bemanning.

 

Aanwezigheid van KMBP, LSKG en KG.

 

Geschikte overlegstructuren.

 

Logistiek op orde hebben, inclusief zorgstraat/PTO-poli.

 

WGS-CUPPA bieden.

 

Kennis en ervaring hebben over interpretatie en integratie van TOO predictie (WGS-CUPPA).

 

Gebrek aan tijd of mankracht.

 

Logistiek, zorgstraat/PTO-poli  en/of toegang naar WGS niet geregeld.

 

Afwezigheid van passende overlegstructuur.

 

Geen toegang naar KMBP, LSKG of KG.

 

Te weinig kennis en ervaring met interpretatie/integratie van TOO-predictie (WGS-CUPPA).

 

Gebrek aan kennis over de PTO-richtlijn.

Het spreiden van kennis over deze richtlijn binnen de ziekenhuizen/ beroepsgroepen.

Bijscholing.

 

Kennis en ervaring opbouwen.

 

Zorgen voor betrokkenheid van de leden van het PTO-team.

 

Zorgen voor passend overlegstructuur.

 

Passende logistiek regelen.

 

Ziekenhuizen met oncologische zorg die PTO-poli/zorgstraat hebben en WGS bieden.

 

PTO-team.

 

Behandelaar.

 

Leg in het verslag van het MDO/MTB vast dat het initieel een voorlopig PTO betrof en rapporteer de uiteindelijke diagnose na aanvullend onderzoek (i.e. rapporteer de specifieke primaire tumor of definitief PTO).

<1 jaar

Geen.

Overlegstructuren waarbij de aanwezigen kennis hebben van de volgende definities: voorlopig PTO, definitief PTO, basisdiagnostiek en aanvullende diagnostiek.

Gebrek aan informatie en kennis over PTO en de PTO-richtlijn.

Het spreiden van kennis over deze richtlijn binnen de ziekenhuizen/ beroepsgroepen.

Bijscholing.

Ziekenhuizen met oncologische zorg.

 

PTO-team, behandelaar.

 

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, etc.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.