Implementatieplan

 

(De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling

Behandel patiënten met een acute intermediair-hoog risico longembolie bij initiële presentatie alleen met anticoagulantia. Start bij voorkeur met LMWH vanwege later mogelijke aanvullende reperfusietherapie bij therapiefalen.

 

Overweeg bij hemodynamische verslechtering aanvullende reperfusietherapie. Bepaal per patient op individuele basis de reperfusietherapie van voorkeur (systemische trombolyse, percutane katheter geleide interventies of chirurgische embolectomie).

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

X Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

 

De vroege mortaliteit van patiënten met een acute longembolie met een intermediair-hoog risico bedraagt ​​ongeveer 3%. Ondanks hemodynamische stabiliteit op het moment van presentatie, bedraagt ​​het risico op hemodynamische decompensatie ongeveer 4% in de eerste 48 uur na de diagnose (Meyer, 2014). Volgens de ESC-richtlijnen (Konstantinides, 2020) is de eerste keuze van de behandeling het starten van anticoagulantia en niet aanvullende reperfusietherapie, d.w.z. systemische trombolyse, percutane kathetergeleide interventie (inclusief lokale trombolyse en/of fragmentatie en/of trombusoperaties). aspiratie), of chirurgische embolectomie.

Deze patiëntengroep met een acute intermediair-hoog risico longembolie wordt geïdentificeerd volgens de risicostratificatie van de ESC-richtlijnen (Konstantinides, 2020). Risicostratificatie van patiënten met acute longembolie wordt aanbevolen voor het bepalen van de  therapeutische aanpak. De implicaties van deze risicoscore voor de patiëntenzorg in de acute setting op sommige domeinen zijn echter niet altijd duidelijk vanwege lacunes in het bewijs. Ook de ernst van de symptomen op het moment van de klinische presentatie, de hoge vroege sterftecijfers en de onzekerheden over de langetermijnresultaten (waaronder de kwaliteit van leven, het post-longemboliesyndroom en chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie) leiden tot variatie in de therapeutische behandeling en soms het gebruik van aanvullende reperfusietherapie.

 

 

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

X < 1000 per jaar

□ < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

□ Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: [toelichting]

 

X Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Er is een sterke lobby voor het inzetten van  percutane kathetergeleide interventie vanuit de farmaceutische industrie.

Adviezen  van deze module zijn in lijn met de huidige ESC-richtlijn t.a.v. de behandeling van patienten met een acute intermediair-hoog risico longembolie.

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Onvoldoende kennis bij de zorgverleners over de aanbevelingen.  Ook kan de sterke lobby vanuit de industrie t.a.v. de inzet van percutane kathetergeleide interventies van invloed zijn.

Adviezen van deze module zijn in lijn met andere nationale en internationale richtlijnen.

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

-

-

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Verschillende meningen/inzichten tussen medische disciplines waaronder Longgeneeskunde/Interne Geneeskunde/Cardiologie/IC en Interventieradiologie

-

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

-

Het geven van (orale) anticoagulantia vraagt geen andere organisatie van de huidige processen in de ziekenhuizen, zoals meer capaciteit etc.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Er is een sterke lobby voor het inzetten van  percutane kathetergeleide interventie vanuit de industrie; hier  spelen mogelijk financiële belangen. 

De kosten van (orale) anticoagulantia zijn veel lager die die van percutane kathetergeleide interventies

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

X Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Aanbevelingen verwerken in lokale ziekenhuisprotocollen en deze implementeren in de klinische praktijk.

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja* X Nee

 

Toelichting:

[toelichting]

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.