Implementatieplan

(De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling

Raad de consumptie van geitenmelk en schapenmelk af bij kinderen met een IgE-gemedieerde koemelkallergie, in verband met het optreden van een mogelijke kruisallergie.

 

Sojaproducten hoeven niet te worden vermeden bij IgE-gemedieerde koemelkallergie. Er is geen reden om aan te nemen dat soja allergie vaker voorkomt bij kinderen met een IgE- gemedieerde koemelkallergie.

 

Raad de consumptie van buffelmelk en jerseymelk af – deze producten zijn (vormen van) koemelk.

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

X Ongewenste praktijkvariatie

Nieuwe evidentie

Anders

 

Toelichting: zie introductie bij de module.

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

< 1000

X < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

□ Ja

X Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Vindbaarheid van de richtlijn op de richtlijnendatabase voor alle relevante specialismen

Verspreiding van de richtlijn op verschillende mediaplatforms

Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

 

Landelijk gedragen beleid

Patiënt/ cliënt (naasten)

Angst voor risico op allergische reacties

Ontbreken van goede patiëntinformatie

Goed toepassen van het samen beslis-model

Sociale context

 

 

Organisatorische context

 

 

Economische en politieke context

 

Goedkope(re) alternatieven

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

X Professional

□ Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

Behandelaren moeten toelichten dat geitenmelk en schapenmelk beter kunnen worden vermeden in verband met risico op een kruisallergie. Daarnaast moet men toelichten dat over andere alternatieven (paardenmelk, kamelenmelk, rundvlees en varkensvlees) geen uitspraken kunnen worden gedaan, in verband met gebrek aan bewijs. Vertrouwen in de specialist door de patiënt is hierbij een bevorderende factor. 

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja*

X Nee

 

Toelichting: Actie ligt bij professional, zorgaanbieders of verzekeraars kunnen hier niet (gemakkelijk) in ondersteunen.