Implementatieplan

Aanbeveling – 1

 

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

X Ongewenste praktijkvariatie

X Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

In 2024 is de nieuwe EULAR-richtlijn verschenen met betrekking op de behandeling van SSc. In Nederland bestond nog geen behandelrichtlijn en daarom trad er praktijkvariatie op. SSc is een zeldzame aandoening, maar desondanks is de richtlijn bedoeld om de praktijkvariatie tussen de niet-expertise centra te verkleinen.

 

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□ < 1000

X < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

X Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: De aanbeveling sluit goed aan bij de overige modules.

 

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Hier worden geen grote belemmeringen verwacht.

Binnen deze aanbeveling hoeft er geen nieuwe diagnostiek of therapie te worden geimplementeerd. Er is mn behoefte aan handvatten wanneer je wat inzet.

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Niet alle reumatologen en longartsen hebben voldoende kennis over ILD, echter in richtlijn wordt duidelijk aangegeven wanneer je moet overleggen, dus wordt ondervangen.

Bewustzijn en kennis over ILD bij SSC en de noodzaak van vroege behandeling wordt vergroot. Er zal steeds meer overleg plaatsvinden tussen reumatologen en longartsen en perifere en centrum met expertise in SSc.

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Daar er geregeld ingewikkelde medicatie gebruikt wordt met veel (potentiele) bijwerkingen kan therapietrouw te wensen overlaten.

De richtlijn kan de kennis en daarmee zelfmanagement van de patient vergroot.

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Soms is er onvoldoende aansluiting van de perifere reumatoloog/internist bij een centrum met expertise in SSc

Zorg voor goedlopende regionale netwerken voor zeldzame aandoeningen.

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Behandeling met nieuwe middelen vergt extra controles, hogere kosten, meer tijd.

Betere organisatie van artsen in regionale netwerken, zowel perifeer met centra met expertise als tussen diverse specialisten, reumatoloog/internisten met longartsen.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Financiele vergoedingen voor MDO’s zijn nog niet goed geregeld in veel ziekenhuizen. Niet alle medicatie officieel geregistreerd voor ILD.

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?
  1.  

X Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

X Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

X Zorginstituut [duiding nodig]

X Patiëntvereniging, farmaceutische industrie (voldoende middelen produceren, nieuwe middelen ontwikkelen)

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

De professional en de beroepsvereningingen dienen op de hoogte te worden gebracht van de inhoud van de richlijn.

Ieder perifeer ziekenhuios zou zich moeten kunnen aansluiten bij een MDO-ILD.

Er dient voldoende ondersteuning te zijn in tijd, personeel en financiering van een MDO-ILD.

De ziekenhuisbestuurders moeten zich meer inzetten dit te organiseren en financieren, zorgverzekerraars dienen dit te ondersteunen. In alle ziekenhuizen dient er voldoende capaciteit te zijn voor longfunctie testen

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja* X Nee

 

 

*Deze module komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.