Implementatieplan

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling – 1

 

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

□ Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

X Anders

 

Toelichting:

Trauma met letsel van de tracheo-bronchiale boom of van de oesofagus is zeldzaam (incidentie zoals geregistreerd in de landelijke traumaregistratie (LTR): circa 28 letsels per jaar in Nederland, 0,04% van alle patiënten die in het ziekenhuis werden opgenomen na trauma in 2021 en 2022). Het is potentieel levensbedreigend, en treedt meestal op bij ernstig gewonde trauma patiënten. Er zijn meerdere behandelstrategieën voor deze letsel: conservatief behandeld worden met intubatie en/of een maagsonde en antibiotica, chirurgisch, of met een endoscopische behandeling met bijvoorbeeld stentplaatsing (Gabor, 2001). Een vertraagde diagnose bij een klinisch relevante afwijking verslechtert de prognose (Aiolfi, 2017, Asensio, 2001; Prokakis, 2014), hoewel de overall mortaliteit hoofdzakelijk bepaald wordt door geassocieerd letsel (Patel, 2013).

 

Het stellen van deze diagnose is uitdagend. De klinische tekenen van deze letsels tijdens de initiële opvang, zoals stridor, dyspneu, tachypneu, hemoptoë, subcutaan emfyseem, pijn, dysfagie en heesheid, zijn aspecifiek en vaak niet betrouwbaar vast te stellen (Awais, 2019; Evans, 2024; Wei 2020). Daarnaast zijn deze letsels ook vaak niet betrouwbaar vast te stellen met beeldvorming. Op CT zijn oesofagus- en luchtweg laceraties soms direct zichtbaar, maar meestal worden op beeldvorming (zoals een thoraxfoto of CT) alleen indirecte of aspecifieke tekenen gezien, zoals subcutaan emfyseem, mediastinaal emfyseem, pleuravocht, vetinduratie, oesofaguswand verdikking of een pneumothorax die persisteert ondanks drainage. Het is onduidelijk wat de optimale aanvullende diagnostiek voor tracheobronchiaal of oesofagusletsel is: Wat is de rol van CT met oraal contrast of endoscopie?

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

X < 1000

□ < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

□ Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: [toelichting]

 

X Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Er worden geen problemen verwacht ten aanzien van de implementatie van de aanbeveling uit de richtlijn.

Opname van de aanbeveling uit de richtlijn in lokale protocollen zodat men handelt conform de richtlijn.

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Zorgverleners moeten open staan voor het weglaten van een scopie.

Opname van de aanbeveling uit de richtlijn in lokale protocollen zodat men handelt conform de richtlijn.

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Niet alle patiënten zijn voldoende belastbaar voor het uitvoeren van een CT-scan met oraal contrast.

Zorgverleners die een gedegen afweging maken of deze scan echt bepalend gaat zijn voor de behandeling.

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Geen.

Opname van de aanbeveling uit de richtlijn in lokale protocollen zodat men handelt conform de richtlijn.

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Geen.

Opname van de aanbeveling uit de richtlijn in lokale protocollen zodat men handelt conform de richtlijn.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Geen.

Financiële regelingen (vergoede zorg etc.) afstemmen op basis van de aanbevelingen uit de richtlijn.

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

X Beroepsvereniging

X Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Opname van de aanbeveling uit de richtlijn in lokale protocollen zodat men handelt conform de richtlijn.

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

De werkgroep ziet geen problemen ten aanzien van de implementatie van de aanbeveling uit de richtlijn. Dit geeft aan dat snelle implementatie haalbaar zou moeten kunnen zijn.

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja* X Nee

 

Toelichting:

De aanbeveling is in lijn met de huidige zorg en zal geen grote verschuiving in organisatorische processen met zich meebrengen.

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.