Implementatieplan

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Module aanvullende moleculaire technieken

Aanbeveling

Voer standaard hrHPV 16/18/other genotypering uit bij personen met klachten en een hrHPV positief uitstrijkje met PAP2/PAP3a1.

- Indien hrHPV 16/18 positief: verwijs voor een diagnostisch vervolgonderzoek.

- Indien hrHPV other: herhaal na 12 maanden het cytologisch onderzoek.

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

□ Ongewenste praktijkvariatie

X Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting: 

Onnodige doorverwijzingen verminderen en één uniform verwijsadvies instellen voor vrouwen met PAP2/PAP3a1 in combinatie met hrHPV genotypering onafhankelijk of het uitstrijkje is uitgevoerd binnen het kader van het BVO BMHK of indicatief bij de huisarts. Het aantal indicatieve uitstrijkjes met deze classificatie is op jaarbasis is ongeveer 35.000 gemiddeld op basis van de afgelopen 7 jaar van de in totaal 200.000 uitgevoerde indicatieve uitstrijkjes.

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□ < 1000

□ < 5000

X 5000-40.000

> 40.000 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

X Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

Toelichting: Binnen het BVO BMHK is al bijna 2 jaar deze verwijzing in de praktijk. Er zijn onder huisartsen veel vragen over de niet te verklaren verschillen tussen patiënten met dezelfde pap-klasse en hrHPV type met verschillende manieren van verwijzen. Eenduidigheid ondersteunt een betere werkwijze binnen Nederland.

Opmerking: hangt ook samen met de andere aanbevelingen uit modules.

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Geen. Alle laboratoria die nu al HPV bepalingen doen, zouden genotypering moeten kunnen uitvoeren (State of the Art)

 

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

 

Meer uniformiteit in verwijzingen tussen BVO BMHK en klinische patiëntenzorg

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

 

Is beter uit te leggen naar de patiënt

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

 

Meer uniformiteit in beleid ten aanzien van deze subgroep van patiënten en cliënten van BVO BMHK

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

 

Geen aanpassingen nodig

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

 

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

X Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Kennis van de vernieuwing van de richtlijn dient onder professionals en beroepsverenigingen is belangrijk. Er dient voldoende aandacht aan gegeven te worden.

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

X Ja* □ Nee

 

Toelichting:

Er is extra aandacht nodig voor implementatie, met name bij huisartsen en pathologielaboratoria (cytologisch analisten en pathologen)

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.

 

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling

Voer niet standaard een aanvullende methyleringstest uit bij personen met klachten en een hrHPV-positief uitstrijkje met PAP2/PAP3a1.

9. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

□ Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

X Anders

 

Toelichting:

In de wetenschappelijke literatuur zijn in de afgelopen recente jaren wereldwijd veel nieuwe methyleringstesten beschreven met wisselende uitkomsten deels door studies gebaseerd op vaak kleine aantallen waarbij de samenstelling van de test, de vergelijking met de bestaande test algoritmes en een vorm van klinische validatie onvolledig is of ontbreekt. Ook werd de roep binnen NL steeds meer gehoord om een eventuele vervanging van de cytologie in de toekomst verantwoord te kunnen doen gezien het teruglopende aantal cytologische analisten en zorgen over de continuïteit van de cervixcytologische diagnostiek.

10. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□ < 1000

X < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

11. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

X Ja:

 

Toelichting: het gaat om een effectieve verwijzing van de groep van PAP2/3a1 in combinatie met hrHPV typering. Toevoegen van een methyleringstest lijkt op dit moment nog niet aangewezen voor de hele groep. Mogelijk kan de gynaecoloog redenen hebben om in bepaalde gevallen een extra methyleringstest uit te voeren, maar in de huisartspraktijk lijkt hiervoor geen plaats op dit moment.  In totaal worden gemiddeld in Nederland 245.000 indicatieve uitstrijkjes verricht, waarvan 35.000 uitstrijkjes met pap2/3a1. Het betreft dus een klein deel van deze groep waarbij op indicatie methylering kan worden uitgevoerd.

 

□ Nee

 

 

 

12 Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

g. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

geen

Geen financiële druk op laboratoria  om de test nu in te voeren

h. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

geen

Meer duidelijkheid voor zorgverleners omdat de literatuur weerbarstig is op dit punt

i. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

geen

nvt

j. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

 

nvt

k. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

 

nvt

l. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

geen

 

13. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

X Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

14. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Update van kennis vanuit deze richtlijn

15. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

16. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja* X Nee

 

Toelichting:

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.