Implementatieplan

Inleiding

Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn PeIN. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijnwerkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

Om tot dit plan te komen heeft de werkgroep per aanbeveling in de richtlijn nagedacht over:

• Het tijdstip waarop de aanbeveling de implementatie gerealiseerd zou moeten zijn;

• De verwachte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten;

• Randvoorwaarden om de aanbeveling te kunnen implementeren;

• Mogelijk barrières om de aanbeveling te kunnen implementeren;

• Mogelijke acties om de implementatie van de aanbeveling te bevorderen;

• Welke partijen aan zet zijn.

 

Lezers van dit implementatieplan dienen rekening te houden met het feit dat er verschillen zijn tussen ‘sterke aanbevelingen’ en ‘zwakke aanbevelingen’. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat wel of niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld en spreekt de werkgroep haar voorkeur of advies uit, maar laat zij meer ruimte voor alternatieven. Een reden hiervoor is bijvoorbeeld dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is om de aanbeveling te onderbouwen. Een zwakke aanbeveling is te herkennen aan de formulering en begint bijvoorbeeld met ‘Overweeg om…’. Zowel voor de sterke als voor de zwakke aanbevelingen heeft de werkgroep nagedacht over de implementatie. Alleen voor sterk geformuleerde aanbevelingen worden implementatietermijnen gegeven.

 

Implementatietermijnen

Voor de volgende aanbevelingen geldt dat implementatie op korte termijn gerealiseerd zou moeten worden. In de meeste gevallen geldt hiervoor de termijn van 1-3 jaar. In onderstaande aanbeveling is dat 1 jaar: 

Aanbeveling

Toelichting

Vraag in de anamnese naar risicofactoren.

Er wordt geen impact op zorgkosten verwacht.

Verricht laagdrempelig een volledig anogenitaal onderzoek en let op aanwijzingen voor andere anogenitale dermatosen.

Er wordt geen impact op zorgkosten verwacht.

Documenteer nauwkeurig de bevindingen van het lichamelijk onderzoek (locatie, omvang, uitgebreidheid en morfologie) en leg deze bij voorkeur ook fotografisch vast.

Er wordt geen impact op zorgkosten verwacht.

Verricht bij de eerste presentatie van PeIN op de schacht (klinisch bowenoïde papulose) altijd eerst een biopt om de diagnose PeIN histopathologisch te bevestigen.

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

Verricht opnieuw een biopt bij twijfel over de diagnose PeIN of bij progressie van het klinisch beeld.

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

Verwijs patiënt naar een dermatoloog voor behandeling en follow-up indien er een verdenking is op een onderliggende lichen sclerosus of lichen planus

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

Verwijs bij verdenking op een peniscarcinoom naar een expertisecentrum voor peniscarcinoom Zie module Organisatie van zorg.

Aanbeveling wordt nader toegelicht in de module Organisatie van zorg.

 

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten. Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel. In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen volgens de richtlijncommissie een belangrijk effect met zich meebrengen op de zorgkosten en welk effect dit is.

Aanbeveling

Toelichting

Neem een biopt af bij verdenking op PeIN.

Mogelijk stijgen zorgkosten doordat er meer diagnostiek wordt ingezet.

Mogelijk dalen zorgkosten doordat vroege interventie mogelijk wordt gemaakt waardoor het zorgtraject korter wordt.

Verwijs bij verdenking op een peniscarcinoom naar een expertisecentrum voor peniscarcinoom Zie module Organisatie van zorg.

Mogelijk stijgen zorgkosten door meer verwijzingen.

Mogelijk dalen zorgkosten doordat vroege interventie mogelijk wordt gemaakt waardoor het zorgtraject korter wordt.

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij volgens de richtlijncommissie zouden moeten ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NVDV, NVU, NVPP)

Initiatief nemende wetenschappelijke vereniging (NVDV)

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, NZA, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders)

Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij ter mede toezien op implementatie van de zorg die in deze richtlijn wordt aanbevolen. Over het algemeen is het waarschijnlijk dat noodzakelijke investeringen voor de baat uit gaan. De ‘sterk geformuleerde aanbevelingen’ in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Wetenschappers en subsidieverstrekkers

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten