Kennislacunes

De huidige aanbevelingen zijn met name gebaseerd op data van de ORAL surveillance trial, waarin tofacitinib wordt vergeleken met een TNFi. Tofacitinib is echter een pan-JAK-remmer, terwijl de (nieuwere) JAK-remmers selectiever zijn. De vraag is dan ook of de huidige risico’s ook gelden bij het gebruik van een (selectievere) JAK-remmer. Daarnaast zou het verschil in risico op ernstige infecties, MACE en maligniteiten tussen JAK-remmer en non-TNF bDMARD’s ook nog uitgebreider onderzocht moeten worden om zodoende de plaatsbepaling van de verschillende middelen beter te kunnen bepalen. Tenslotte is er weinig tot geen data over apremilast en het risico op ernstige infecties, MACE en maligniteiten. De drie belangrijkste onderzoeksvragen zijn dan ook:

  1. Is het risico op ernstige infecties, MACE, VTE en maligniteiten afhankelijk van de selectiviteit van de JAK-remmer?
  2. Hoe verhoudt het risico op ernstige infecties, MACE, VTE en maligniteiten zich tussen JAK-remmers en non-TNF bDMARD’s?
  3. Hoe verhoudt het risico op ernstige infecties, MACE, VTE en maligniteiten zich tussen apremilast en cs- en bDMARD’s met een verschillende mode of action?