Kennislacunes

PICO 1

Populatie: Patiënten met PTSS (zowel met als zonder dissociatief subtype).

Interventie: Farmacotherapie, zoals antidepressiva (bijvoorbeeld sertraline) en andere medicaties of een combinatie van farmacotherapie met psychologische behandeling.

Controle: psychotherapeutische behandeling, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT).

Uitkomst: Afname van PTSS-symptomen en verlies van PTSS-classificatie, gemeten met instrumenten zoals de Clinician-Administered PTSD Scale (CAPS).

Context: Vergelijkt de effectiviteit en acceptatie van farmacotherapie en combinatie-behandeling ten opzichte van psychotherapeutische behandeling voor optimalisatie van de zorgvoor patiënten met PTSS (met of zonder dissociatief subtype).

 

PICO 2

Populatie: Patiënten met PTSS in verschillende stageringen van PTSS.

Interventie: Op de behandelfase en voorgeschiedenis aangepaste farmacotherapie-strategie (acute versus chronische behandeling).

Controle: Standaard farmacotherapie zonder aanpassingen op basis van fase of behandelverleden.

Uitkomst: Afname van PTSS-symptomen en verlies van PTSS-classificatie.

Context: Onderzoekt of fase- en voorgeschiedenisafhankelijke (persoonsgerichte) aanpassing van medicatie betere resultaten biedt dan een vaste behandelstrategie.

 

PICO 3

PICO voor Naturalistisch Onderzoek naar MDMA-geassisteerde  Therapie

Populatie: Patiënten met posttraumatische stressstoornis (PTSS) die in aanmerking komen voor MDMA-geassisteerde therapie.

Interventie: MDMA-geassisteerde therapie, waarbij patiënten MDMA ontvangen in een gecontroleerde en therapeutische omgeving, gecombineerd met psychotherapie.

Controle: Elke patiënt fungeert als zijn eigen controle, waarbij de effectiviteit van de behandeling wordt vergeleken met eerdere symptomen van PTSS, gemeten vóór de behandeling.

 

Uitkomst: Veranderingen in de symptomen van PTSS, gemeten met gestandaardiseerde instrumenten zoals de Clinician-Administered PTSD Scale (CAPS) of andere valide meetinstrumenten, evenals zelfgerapporteerde verbeteringen in emotionele en sociale verwerking.

 

Context: Vergelijkt baseline symptomen van patiënt met PTSS met de symptomen na behandeling om effect van behandeling met MDMA en psychotherapie vast te stellen waardoor individuele verschillen gezien kunnen worden. Daarnaast geeft het inzicht in hoe de therapie elke patiënt beïnvloedt, rekening houdend met hun unieke ervaringen en reacties. Recent onderzoek heeft aangetoond dat MDMA potentieel heeft als een effectieve behandeling voor PTSS, met significante verbeteringen in symptomen bij deelnemers aan klinisch onderzoek. De Staatscommissie MDMA heeft dit beschreven in een rapport ‘Beyond Excacy’, en aanbevelingen gedaan.