Implementatieplan

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie

Te ondernemen acties voor implementatie

Verantwoordelijken voor acties

Rijksvaccinatieprogramma (RVP)

Niet-levende vaccins in het RVP:

  • Niet-levende vaccins kunnen veilig worden toegediend aan alle JIA patiënten met en zonder immunosuppressieve behandeling en zijn meestal effectief.
  • Conform advies van de WHO en Joint Committee on Vaccination and Immunisation (JCVI) en de LCI richtlijn wordt uit voorzorg geadviseerd om immuun gecompromitteerde patiënten met JIA met een 3-dosesschema (0, 1 en 6 maanden) tegen HPV te vaccineren (zie de LCI richtlijn HPV-vaccinatie).
  • Adviseer adolescenten met JIA die anti-TNFα gebruiken ten tijde van de 14 jaar- meningokokkenconjugaat (MenACWY) vaccinatie zes maanden tot 1 jaar na deze vaccinatie een tweede MenACWY booster te laten geven. Dit geldt voor JIA patiënten die geboren zijn voor 2018.

Levend verzwakte vaccins in het RVP:

  • De primo BMR vaccinatie op 14 maanden wordt afgeraden bij kinderen met JIA behandeld met immunosuppressiva. Bij een mazelenuitbraak in de omgeving, kan de primo BMR vaccinatie wel worden overwogen.
  • De tweede BMR (booster) vaccinatie bij 9 jaar (vanaf 2025 bij 3 jaar) kan veilig gegeven worden aan patiënten met JIA zonder medicatie aan diegene die MTX gebruiken en kan overwogen worden bij patiënten met JIA of die lage dosis corticosteroïden, anti TNFα, anti IL-1 of anti IL-6 inhibitors gebruiken zonder of in combinatie met methotrexaat.
  • Overweeg serotiters te bepalen bij kinderen met JIA waarbij de booster BMR vaccinatie niet gegeven kan worden. De klinische implicatie is post-expositiebeleid (IVIG in geval van mazelenexposure bij de immuungecompromiteerde seronegatieve patiënt). Bij stoppen immunosuppressiva alsnog de booster geven.

NB Vaccinaties die in het ziekenhuis gegeven worden, kunnen geregistreerd worden bij het RIVM via het vaccinregistratieformulier.

Overige vaccinaties

Niet levende vaccins:

  • Adviseer ouders van kinderen met JIA met immunosuppressiva om hun kind jaarlijks te laten vaccineren tegen influenza.
  • Laat kinderen met JIA vaccineren met het pneumokokkenconjugaatvaccin PCV13 of PCV15, indien zij nog niet via het RVP zijn gevaccineerd.
  • Overweeg aanvullende vaccinatie met PPSV-23 bij ernstig immuungecompromitteerde JIA patiënten conform de LCI richtlijn.
  • Laat kinderen met JIA met een indicatie voor een tetanusbooster vaccineren volgens de richtlijn zoals dit ook bij gezonde kinderen wordt gedaan.
  • Geef passieve immunisatie in geval van postexpositie profylaxe bij JIA patiënten die B-cel depleterende therapie hebben ontvangen in de afgelopen 6 maanden.
  • Adviseer ouders van kinderen met JIA, ongeacht medicatie, om hun kind te laten vaccineren met Covid-19 vaccin(s) als er een oproep is vanuit de GGD of het RIVM.
  • Breng ouders op de hoogte van de optie van het geven van additionele, maar onverzekerde vaccins, zoals tegen meningococcen B.

Levend verzwakte vaccins:

  • Vermijd levend verzwakte vaccins buiten het RVP bij kinderen met JIA die immunosuppressiva gebruiken, met uitzondering van varicella zoster vaccinatie onder specifieke omstandigheden:
  • Screen kinderen met JIA op hun VZV status, eerst op basis van anamnese en waar nodig op basis van serologie.
  • Overweeg kinderen met JIA te laten vaccineren met een levend verzwakte VZV-vaccinatie, als zij varicella-naïef zijn. De vaccinatie kan dan het best gegeven worden wanneer kinderen nog geen systemische immunosuppressiva gebruiken (dus bespreken bij diagnose) of wanneer zij MTX monotherapie gebruiken maar de vaccinatie kan ook overwogen worden bij gebruik van lage dosis glucocorticoïden, anti-TNF, anti IL-1 en anti IL-6.

Reisvaccinaties:

Informeer ouders van kinderen met JIA ongeacht medicatiegebruik om hun kind te laten vaccineren met reisvaccinaties volgens de Landelijk Coördinatie centrum Reizigersadvisering (LCR) richtlijnen, met uitzondering van levend verzwakte vaccinaties.

  • Geef geen gele koorts vaccinatie aan kinderen met JIA die immunosuppressiva gebruiken.
  • Als deze toch gegeven moet worden, onderbreek dan indien mogelijk de behandeling voor de gestelde wash out periode (LCI richtlijn tabel 5b).

Timing

  • Laat bij voorkeur de vaccinatie geven wanneer de ziekteactiviteit laag is.

Wacht bij voorkeur met het starten van nieuwe immunosuppressieve therapie twee tot vier weken na vaccinatie, met name bij B-cel depleterende therapieën, maar stel nooit een noodzakelijke behandeling uit om een vaccinatie te kunnen geven.

1-3 jaar

Vrijwel alle vaccinaties zijn onderdeel van het rijksvaccinatieprogramma. Er zijn enkele additionele vaccins die mogelijk niet vergoed worden.

               

 

De belangrijkste voorwaarde is disseminatie van kennis naar zorgverlener, patiënt en ouder/verzorger.

 

Vrijwel alle vaccinaties zijn onderdeel van het rijksvaccinatieprogramma. Daarom is de implementatie niet complex en kan deze via de normale weg en GGD worden uitgerold.

 

Voor de additionele vaccins is beschikbaarheid en bekostiging een voorwaarde.

De vaccins in het RVP, het griepvaccin en het Covid-19 vaccin worden vergoed. De VZV vaccinatie, de extra meningokokken ACWY conjugaat booster en de meningokokken B vaccinatie worden niet vergoed, wat een barrière kan zijn voor ouders om hun kind en eventueel de directe omgeving van het kind te laten vaccineren. De PCV13 en PCV15 en PPSV-23 vaccinatie worden wel vergoed.

Grootste barrières voor vaccinatie zijn gebrek aan kennis en mispercepties over de onderliggende ziekte en over de bijwerkingen en effectiviteit van vaccinaties.

Het actief verspreiden van de richtlijn onder de beroepsgroepen die kinderen met JIA behandelen in de eerste, tweede en derde lijn, zodat die kennis kunnen nemen van de vaccinatie adviezen.

Voor het verhogen van de vaccinatiegraad in JIA patiënten, is het belangrijk om zorgverleners te onderwijzen over dat er voldoende bewijs is dat vaccins veilig en effectief zijn bij immuungecompromitteerde patiënten. Hierdoor kan bezorgdheid bij zorgverleners over vaccinaties bij JIA patiënten worden weggenomen. Door middel van goede communicatie, een vertrouwensband en het geven van juiste informatie, kan aanvaardbaarheid van vaccins bij ouders en patiënten worden vergroot, waardoor de vaccinatiegraad zal verhogen.

Registratie van vaccinaties die in het ziekenhuis worden gegeven bij het RIVM via het Vaccinregistratieformulier.

De werkgroep heeft als doel om samen met de JVN een ouder (-en kind_ versie in lekentaal te maken welke in de spreekkamer kan worden gebruikt.