Implementatieplan

Verkeerslicht en (de-)implementatietabel

Toelichting

Met het verkeerslicht worden aanbevelingen gecategoriseerd op basis van formulering en bewijskracht. Als eindproduct wordt bij richtlijnmodules met een sterk geformuleerde en voldoende onderbouwde aanbeveling een implementatietabel opgeleverd. Hierin wordt onder andere opgenomen:

Verkeerslichtanalyse

Verkeerslichtanalyse

 

(Sub)aanbeveling

 

Sterkte van de aanbeveling

Bewijskracht per uitkomstmaat

Verkeerslicht per (sub)aanbeveling

 

Aanbeveling 1:

Verricht, bij afwezigheid van dysplasie, geen Barrett-surveillance bij patiënten met een leeftijd van >75 jaar, of bij patiënten met significante co-morbiditeit en een levensverwachting van <5 jaar.

X Sterk (doe/ gebruik) /

□ Zwak (overweeg)

Overall bewijskracht

□ H  □ M  □ L  □ VL     X NG

 

Range bewijskracht van alle uitkomstmaten

□ H  □ M  □ L  □ VL     X NG

 

OF

 

□ voor de (sub)uitgangsvraag is geen systematische literatuur analyse uitgevoerd

 

 

X ROOD: vul tabel A in

 

LICHT ROOD: vul tabel A in

 

ORANJE: gebruik tabel B

 

LICHT GROEN: vul tabel A in

 

GROEN: vul tabel A in

Aanbeveling 2:

Volg het volgende surveillance protocol bij patiënten met een Barrett-oesofagus:

 

Sub-aanbeveling 2a:

Voer geen endoscopische surveillance uit bij patiënten met een laag risico Barrett-oesofagus*. Uitzondering hierop vormen patiënten met een laag risico Barrett met de diagnose voor het 50e levensjaar, dan is een enkele surveillance gastroscopie geadviseerd op de leeftijd van 55 jaar.
Deze patiënten dienen gemonitord te worden middels een landelijk prospectieve registratie.

 

Sub-aanbeveling 2b:

Voer 1x per 3 jaar surveillance uit bij patiënten met een matig risico Barrett-oesofagus*, tot een leeftijd van 75 jaar of tot het moment dat de levensverwachting korter dan 5 jaar wordt ingeschat. Deze endoscopische surveillance dient bij voorkeur te gebeuren door endoscopisten met specifieke interesse in Barrett-oesofagus, op geoormerkte endoscopieprogramma’s.

 

Sub-aanbeveling 2c:

Verwijs patiënten met een hoog-risico Barrett-oesofagus* naar een Barrett expertisecentrum.

 

X Sterk (doe/ gebruik) /

□ Zwak (overweeg)

Overall bewijskracht

□ H  □ M  □ L  □ VL     X NG

 

Range bewijskracht van alle uitkomstmaten

□ H  □ M  □ L  □ VL     X NG

 

OF

 

□ voor de (sub)uitgangsvraag is geen systematische literatuur analyse uitgevoerd

 

 

X ROOD: vul tabel A in (sub-aanbeveling 2a)

 

LICHT ROOD: vul tabel A in

 

ORANJE: gebruik tabel B

 

LICHT GROEN: vul tabel A in

 

X GROEN: vul tabel A in (sub-aanbeveling 2b, 2c)

Implementatietabel

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling–1

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

X Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

□ Anders

 

Toelichting:

[toelichting, beschrijf de huidige situatie indien mogelijk met onderbouwing/ getallen]

 

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

X < 1000

□ < 5000

5000-40.000

> 40.000

 

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

X Ja

 

Toelichting: Deze aanbeveling hangt samen met aanbeveling-2 uit deze module en zullen samen een nieuwe surveillance strategie voor patiënten met een Barrett-oesofagus vormen.

 

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Ontbreken van goede evidence om de nieuwe surveillance strategie te onderbouwen.

 

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

 

  • Bewustzijn onder MDL-artsen van de knelpunten in de toegankelijkheid van zorg in het algemeen
  • Afkomstig van de kennisagenda van de NVMDL.
  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Minder surveillance voor bepaalde patiëntgroepen kan tot zorgen leiden bij patiënten.

Minder surveillance of het stoppen hiervan kan tot geruststelling leiden en tot een lagere fysieke en psychische belasting.

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

 

 

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

 

Minder surveillance zorgt voor minder benodigd personeel en capaciteit.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

 

Uiteindelijk zal een aanpassing in surveillance strategie leiden tot minder kosten.

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

X Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

□ Beroepsvereniging

□ Ziekenhuis(bestuurder)

□ Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Voorlichting voor patiënten rondom staken van surveillance.

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X  < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□  Ja* X Nee

 

Toelichting:

De aanbeveling dient geëvalueerd te worden om te kijken of minder surveillance leidt ..

 

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.

Aanbeveling–2

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

 

□ Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

X Anders

 

Toelichting:

De reden was de bewustwording van de beroepsvereniging om te stoppen met zorg die niet bewezen zinvol is en geen toegevoegde waarde heeft voor de patiënt, omdat het huidige zorgstelsel niet toekomstbestendig is (dit is zo opgenomen in de kennisagenda van de NVMDL).

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□ < 1000

□ < 5000

X 5000-40.000

> 40.000

 

Toelichting:

Naar verwachting gaat het over 5000 tot 40.000 patiënten, maar het zouden er ook >40.000 kunnen zijn.

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

 

X Ja

 

Toelichting: Deze aanbeveling hangt samen met aanbeveling-1 uit deze module en zullen samen een nieuwe surveillance strategie voor patiënten met een Barrett-oesofagus vormen.

 

□ Nee

 

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Ontbreken van goede evidence om de nieuwe surveillance strategie te onderbouwen.

 

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

 

  • Bewustzijn onder MDL-artsen van de knelpunten in de toegankelijkheid van zorg in het algemeen
  • Kennisagenda van de NVMDL
  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Minder surveillance voor bepaalde patiëntgroepen kan tot zorgen leiden bij patiënten.

Minder surveillance of het stoppen hiervan kan tot geruststelling leiden

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

 

 

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Zorgprocessen rondom surveillance intervallen moeten anders ingericht worden.

Minder surveillance zorgt voor minder benodigd personeel en capaciteit.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

 

Uiteindelijk zal een aanpassing in surveillance strategie leiden tot minder kosten.

 

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

 

Patiënt/ cliënt (naaste)

Professional

□ Beroepsvereniging

X Ziekenhuis(bestuurder)

X Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

 

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

 

Voorlichting voor patiënten rondom minder surveillance of stoppen hiervan, voorlichting voor professionals en andere inrichting van het zorgproces. Zorgverzekeraars moeten de vergoede zorg hierop aanpassen (surveillance van laag risico Barrett niet meer vergoeden).

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

[toelichting]

 

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

X Ja* □ Nee

 

Toelichting:

De implementatie van de aanbevolen zorgreductie moet gepaard gaan met monitoring, waarbij gekeken wordt of het stoppen van surveillance van patiënten met een laag risico Barrett niet gepaard gaat met een onverwachte stijging van symptomatisch slokdarmkanker en daarmee een stijging van kosten.

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen.

 De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

 Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.