Implementatieplan

Tabel A: (De-)Implementatietabel met impuls analyse

Aanbeveling – 1

 

  1. Wat was het onderliggende probleem om deze uitgangsvraag uit te werken?

□ Ongewenste praktijkvariatie

□ Nieuwe evidentie

X Anders

 

Toelichting: Er zijn verschillen tussen ziekenhuizen hoe FEES en VFSS ingezet worden. Sommige ziekenhuizen doen routinematig altijd beide slikonderzoeken, andere ziekenhuizen juist één van de twee. Het uitvoeren van beide slikonderzoeken is vervelend voor patiënten, is kostenverhogend, en kost ook meer tijd voor zowel patiënt als arts. Het is nog onduidelijk welk type slikonderzoek essentieel is om orofaryngeale dysfagie aan te tonen.

  1. Maak een inschatting over hoeveel patiënten het ongeveer gaat waar de aanbeveling betrekking op heeft?

□ < 1000

□ < 5000

X 5000-40.000

> 40.000

  1. Maakt de aanbeveling deel uit van een set van interventies voor hetzelfde probleem?

□ Ja: hoe verhoudt deze aanbeveling zich tot de andere aanbevelingen uit deze module/ richtlijn of uit andere richtlijnen(modules)? Dient hier rekening mee gehouden te worden bij de implementatie of kan dit worden gezien als een losstaande aanbeveling?

 

X Nee: de aanbevelingen zijn in deze tabel als 1 set geïnterpreteerd. Implementatie-barrière – kansen en acties worden zijn geheel geïnterpreteerd.  

  1. Belemmeringen en kansen op verschillende niveaus voor landelijke toepassing van de aanbeveling:

Voorbeelden

Wat zijn mogelijke belemmerende factoren?

Wat zijn mogelijke bevorderende factoren?

  1. Richtlijn/ klinisch traject (innovatie)

Voortschrijding/vooruitgang in de praktijk, haalbaarheid, geloofwaardigheid, toegankelijkheid, aantrekkelijkheid

Geen.

Het staat een ziekenhuis vrij welke van de slikonderzoeken er wordt uitgevoerd. Dat maakt de richtlijn toegankelijk en aantrekkelijk voor iedereen.

  1. Zorgverleners (artsen en verpleegkundigen)

Bewustzijn, kennis, houding, motivatie om te veranderen, gedragsroutines

Geen. 

 

  1. Patiënt/ cliënt (naasten)

Kennis, vaardigheden, houding, compliance

Geen. 

Het blijven aanbieden van beide slikonderzoeken bevordert een adequate diagnose voor patiënt

  1. Sociale context

Mening van collega’s, cultuur van het netwerk, samenwerking, leiderschap

Geen.

Geen.

  1. Organisatorische context

Organisatie van zorgprocessen, personeel, capaciteiten, middelen, structuren

Geen.

Geen.

  1. Economische en politieke context

Financiële regelingen, regelgeving, beleid (vergoede zorg, betaaltitel)

Beide slikonderzoeken kennen geen NZa productcode en zijn geen declarabel product

Geen.

  1. Duurzaamheid

 

Slikvideo: contrastmiddelen kunnen in het riool- en oppervlakte- en drinkwater terechtkomen.

FEES: soms gebruik van wegwerpscopen

FEES: geen gebruik van contrastmiddelen

  1. Welke personen/partijen zijn van belang bij het toepassen van de aanbeveling in de praktijk?

Patiënt/ cliënt (naaste)

X Professional

X Beroepsvereniging

X Ziekenhuis(bestuurder)

X Zorgverzekeraars/ NZa

□ Zorginstituut [duiding nodig]

□  …………………………………… (graag aanvullen met alle relevante partijen, e.g., industrie)

  1. Wat zouden deze personen/ partijen moeten veranderen in hun gedrag of organisatie om de aanbeveling toe te passen?

Professional: dienen op de hoogte te zijn van het feit dat er met meerdere IDDSI consistenties en meerdere slikacts per consistentie getest kan worden.

Beroepsvereniging (NVKNO, NVvR): dienen de leden te informeren over de aanbevelingen.

Ziekenhuisbestuurders: dienen op de hoogte te zijn van deze aanbevelingen.

Zorgverzekeraars/NZa: dienen op de hoogte te zijn van deze aanbevelingen.

  1. Binnen welk tijdsbestek moet de aanbeveling zijn geïmplementeerd? 

X < 1 jaar

□ < 2 jaar

□ < 3 jaar

 

Toelichting: de huidige aanbeveling verandert nauwelijks en daarmee is het haalbaar om binnen een jaar deze aanbeveling te implementeren.

  1. Conclusie: is er extra aandacht nodig voor implementatie van de aanbeveling (anders dan publicatie van deze richtlijnmodule)?

□ Ja* X Nee

 

Toelichting: de huidige aanbeveling verandert niet.

*Deze aanbeveling komt in aanmerking voor plaatsing op de Implementatie Agenda van het programma Zorg Evaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG). In het programma ZE&GG werken patiënten, zorgverleners, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid samen aan de bewezen beste zorg voor de patiënt. Daarmee is ZE&GG een programma van alle betrokken partijen in de Medisch Specialistische Zorg. FMS is één van deze betrokken partijen. 

De implementatieagenda van ZE&GG bevat onderwerpen over wat de bewezen beste zorg is en die in de dagelijkse zorgpraktijk geïmplementeerd zouden moeten worden.  Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) hebben landelijke afspraken gemaakt over de implementatie van de onderwerpen van de implementatieagenda. Deze afspraken zijn onderdeel van de zorginkoopafspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. 

Vanuit FMS worden sterke, goed onderbouwde aanbevelingen, getoetst op de behoefte aan een implementatie impuls aangedragen. Voor de beoordeling van onderwerpen uit richtlijnen wordt gekeken naar bovenstaande tabel voor een inschatting van de implementatie impuls. Met de ingevulde implementatietabel kunnen we vanuit FMS de andere HLA-MSZ partijen goed informeren om zo samen te beslissen of de aanbeveling daadwerkelijk op de implementatie agenda zal worden geplaatst.  

 

Tabel B: Implementatietabel

Aanbeveling – 2

 

Op basis van de beschikbare evidentie en ervaring uit de praktijk kon er onvoldoende richting aan de besluitvorming worden gegeven. Om die reden is er geen beschrijving van belemmeringen en kansen voor implementatie van de aanbeveling toegevoegd. Disseminatie van de kennis in deze module verloopt via de standaard route. De module wordt gepubliceerd op de Richtlijnendatabase.