Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de herziening van de richtlijn ‘Licht traumatisch hoofd-/hersenletsel in de acute fase’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module Indicaties CT-scan hersenen kinderen

Er is meer kennis nodig omtrent:

Zoals boven beschreven verwacht de werkgroep dat de PECARN-beslisregel gemakkelijk toepasbaar is in de klinische praktijk. Het verdient echter de voorkeur om – op een zeker moment na invoering van deze nieuwe richtlijn – het gebruiksgemak en de mate waarin de richtlijn daadwerkelijk gevolgd wordt te evalueren.

 

Er werd al genoemd dat het moeilijk voorspelbaar is welke invloed het volgen van de PECARN-beslisregel heeft op het aantal CT-scans hersenen dat daadwerkelijk gemaakt wordt na invoering van deze nieuwe richtlijn. Het lijkt daarom nuttig om deze ontwikkeling nauwgezet te volgen over de tijd.

 

Zoals beschreven komen stollingsstoornissen en het gebruik van stollingsbeïnvloedende medicatie slechts weinig voor bij kinderen. Er is dan ook weinig bekend over de invloed hiervan op het optreden van relevant intracranieel letsel bij kinderen. Het zou zeker interessant zijn om hierover te documenteren. De verwachting is echter dat dit – ook binnen de toepassing van deze nieuwe richtlijn – beperkt mogelijk is.