Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de modules Radiotherapie bij patiënten met pacemaker, ICD en niet-cardiale actieve implantaten is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van de zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk.

 

  1. De ervaring met implantaat doses >10 Gy is beperkt, daarom adviseert de huidige richtlijn om bij niet/nauwelijks neutronen producerende energieën (fotonen ≤ 10 MV en of elektronen) de implantaten kort na radiotherapie te controleren. Het zou interessant zijn om de uitkomst van deze controles landelijk te analyseren. 
  1. Vooralsnog is de klinische ervaring met patiënten met actieve implantaten die op een MR-linac of met protonen worden behandeld beperkt. Een goede registratie van de ervaringen met deze behandel modaliteiten zou op termijn kunnen bijdragen aan het verfijnen van de richtlijn voor deze patiënten.
  1. De ervaring met radiotherapie bij patiënten met niet-cardiale actieve implantaten is vooralsnog beperkt. Een inventarisatie van toekomstige literatuur en klinische ervaring zou op termijn kunnen bijdragen aan het verfijnen van de richtlijn voor deze patiënten.