Aan patiënten die worden opgenomen in het ziekenhuis wordt nog te weinig gevraagd of zij roken. Meer aandacht hiervoor is belangrijk, vanwege de negatieve effecten van roken op behandelingen en de algehele gezondheid.

Daarom is de richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning uitgebreid met onder meer het advies om aandacht te besteden aan het rookgedrag van opgenomen patiënten en wat dat betekent voor hun behandeling en begeleiding tijdens een ziekenhuisopname. Ook het stoppen met roken na de ziekenhuisopname moet in het gesprek met de patiënt aan bod komen.

De richtlijn bevat aanbevelingen over hulp bij stoppen met roken bij opgenomen patiënten, maar ook bijvoorbeeld handvatten voor het gebruik van nicotinevervangende middelen tijdens de ziekenhuisopname (voor een delier of opname vanwege hart- en vaatziekten). Daarnaast is een module gewijd aan stoppen met roken tijdens het perioperatieve traject van patiënten die een operatie moeten ondergaan. Ook wordt aandacht besteed aan de organisatie van zorg bij een stoppen-met-rokentraject in het ziekenhuis en de verdere begeleiding van stoppen met roken na ontslag. De zorg voor zowel de klinische als de poliklinische patiënt komt in de richtlijn aan bod en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende afdelingen in het ziekenhuis: alle afdelingen dienen te worden betrokken bij het stoppen-met-rokenbeleid.

Samenwerking

De richtlijnmodules zijn ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT), in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de cardiologen (NVVC), internisten (NIV), gynaecologen (NVOG), kno-artsen (NVKNO), chirurgen (NVVH), psychiaters (NVvP), verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) en het Longfonds. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn Tabaksontmoediging in het ziekenhuis