Herziene richtlijn Borstkanker
De richtlijn voor borstkanker is uitgebreid en geactualiseerd met één nieuwe en twee herziene modules.
De aanpassingen geven zorgverleners actuele handvatten voor een integrale, persoonsgerichte benadering van leefstijl, screening buiten het bevolkingsonderzoek om, en nazorg na behandeling.
In de nieuwe module Leefstijl staat het belang van leefstijlinterventies centraal. Denk aan stoppen met roken, gewichtsverlies, meer beweging, slaap en vermindering van alcoholgebruik. Dergelijke aanpassingen hebben een aantoonbaar positief effect op de incidentie van borstkanker, de behandeluitkomsten en het psychisch welzijn van patiënten. De module biedt zorgverleners praktische aanbevelingen voor het bespreekbaar maken én inzetten van leefstijlmaatregelen, zowel ter preventie als tijdens en na behandeling.
Nieuwe inzichten over screening buiten het bevolkingsonderzoek
De herziene module Screening buiten het BVO geeft aan welke vrouwen baat hebben bij aanvullende screening. Voor vrouwen met een life time risico van 30% of hoger op basis van een individueel risicoprofiel wordt nu MRI aanbevolen. De module bevat ook aangepaste screeningsadviezen voor vrouwen met een genetische aanleg voor borstkanker. Twee nieuwe stroomschema’s ondersteunen zorgverleners bij het maken van een afweging over aanvullende screening en/of verwijzing naar de klinische genetica.
Mensgerichte nazorg in vijf submodules
De module Nazorg is grondig herzien en opgesplitst in vijf submodules. Deze gaan in op veelvoorkomende lichamelijke, psychische en sociale gevolgen na behandeling, zoals vermoeidheid, pijn, cognitieve klachten, seksuele gezondheid en werkhervatting. De herziene module ondersteunt zorgverleners in een gestructureerde, integrale aanpak van nazorg en biedt herkenning en erkenning voor de uitdagingen die patiënten ervaren, ook op langere termijn.
Samenwerking
De nieuwe en herziene modules zijn ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) en het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON), in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Oncologische Chirurgie (NVCO) en een multidisciplinaire werkgroep met onder meer verpleegkundigen, huisartsen, oncologen en patiëntvertegenwoordigers. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten begeleidde het traject. Financiering kwam van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).