Lichen sclerosus

Initiatief: NVDV Aantal modules: 18

Fotodynamische therapie bij lichen sclerosus

Uitgangsvraag

Wat is de effectiviteit van fotodynamische therapie (PDT) bij patiënten met anogenitale LS?

Aanbeveling

Fotodynamische therapie (PDT) wordt niet aanbevolen als behandeling voor patiënten met anogenitale LS. Er zijn onvoldoende gegevens bekend.

Overwegingen

Kwaliteit van bewijs

De overall kwaliteit van bewijs voor 5-ALA PDT bij vrouwen met anogenitale lichen sclerosus is zeer laag. De geïncludeerde studie beschrijft een klein aantal patiënten en de manier van rapporteren van uitkomstmaten geeft kans op onnauwkeurigheid bij interpretatie van de gegevens. PDT zou een verbetering van klinische verschijnselen van vulvaire LS kunnen geven maar kan ook gepaard gaan met meer bijwerkingen in vergelijking met lokaal clobetasolpropionaat 0,05%.

 

In de enige RCT van Shi et al. werd 5-ALA 10% gebruikt, waarna na 3 uur intrekken de laesies werden belicht met 100 J/cm2 633 nm rood licht (100 mW/cm2). Deze procedure werd in totaal vier keer tweewekelijks herhaald.

Alle observationele studies maakten tevens gebruik van 5-ALA PDT. Echter worden er in de verschillende observationele studies verschillende doseringen licht met verschillende golflengtes en verschillende behandelfrequenties toegepast. Dit maakt het trekken van één conclusie lastig en hierdoor zijn resultaten van verschillende studies niet samen te voegen. Verder bevatten de observationele studies geen controlegroep waardoor een conclusie over effectiviteit moeilijk te trekken is. Door de selectie van patiënten in de observationele studies ontstaat er een risico op selectiebias, publicatie bias en reporting bias.

 

PDT behandeling kan gepaard gaan met pijn. Met name in het anogenitale gebied kan dit een nadeel zijn. Tevens is PDT behandeling tijdrovend: de 5-ALA crème moet intrekken en de procedure moet herhaald worden.

 

PDT wordt ten tijde van schrijven van deze richtlijn niet toegepast voor anogenitale of vulvaire LS in Nederland. Het optimale behandelprotocol is nog niet bekend. In 2017 werd een protocol voor een RCT beschreven. [Belotto 2017] Het is niet duidelijk of deze studie reeds gestart is. Mogelijk bieden resultaten van toekomstige studies meer duidelijkheid over de mogelijkheden van PDT bij LS.

 

Omdat PDT nog niet wordt toegepast is LS geen vergoedingsindicatie voor deze behandeling. De kosten van 5-ALA-PDT behandeling zijn hoog, mede vanwege herhaling van de behandeling die plaatsvindt tijdens dag-opname.

Op dit moment is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs om 5-ALA-PDT in te zetten als primaire behandeling voor VLS. In voornamelijk observationele studies wordt gezien dat met 5-ALA-PDT klachten kunnen verminderen.

Onderbouwing

In deze module wordt behandeling van anogenitale LS met PDT beschreven. Deze behandeling wordt momenteel nog niet toegepast in Nederland.

 

PDT is gebaseerd op de toediening van een lichtgevoelige stof (5-aminolevulinezuur: ALA) op de huid in combinatie met blootstelling aan licht van een specifieke golflengte. Hierdoor komen lokaal zuurstofradicalen vrij die schadelijk zijn voor het weefsel.

Na het aanbrengen wordt ALA (via de heem cyclus) in de doelcellen omgezet in protoporfyrine IX, wat zich vooral ophoopt in (pre)maligne cellen (er is een onderbroken stratum corneum). De belichting leidt tot een cellulaire en vasculaire respons, wat resulteert in respectievelijk apoptose, necrose en vaatlekkage. Tevens vindt er activatie van het immuunsysteem plaats en heeft PDT effect op een aantal extra cellulaire matrix eiwitten die betrokken zijn bij de afbraak van collageen. Laatstgenoemde gunstige werking van ALA-PDT op de sclerotische LS huid is mogelijk te verklaren door de door PDT geïnduceerde verhoogde aanwezigheid van de collageen afbrekende enzymen MMP1 en MMP3. [Pazos 2007] De triade van lichtgevoelige stof, zuurstof en licht zijn cruciaal voor een goede PDT behandeling, alleen daar ontstaan de zuurstofradicalen en dus schade.

5-ALA PDT versus clobetasolpropionaat 0,05% zalf

 

-

 

Uitkomstmaat: verandering in kwaliteit van leven

 

We zijn onzeker over het effect van het gebruik van 5-ALA PDT versus clobetasolpropionaat 0,05% zalf op kwaliteit van leven. Er zijn geen data bekend.

 

 

 

 

Zeer laag

 

Uitkomstmaat: verandering in ernst van lichen sclerosus volgens patiënten

 

We zijn onzeker over het effect van 5-ALA PDT versus clobetasolpropionaat 0,05% zalf op de verandering in ernst van lichen sclerosus volgens patiënten.

 

Shi 2016

 

 

Laag

 

Uitkomstmaat: proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie

 

5-ALA PDT zou meer patiënten die een bijwerking rapporteerden gedurende de studie kunnen geven vergeleken met clobetasolpropionaat 0,05% zalf.

 

Shi 2016

 

 

 

 

Laag

 

Uitkomstmaat: verandering in ernst van lichen sclerosus volgens behandelaars

 

5-ALA PDT zou meer patiënten met afwezigheid van klinische kenmerken kunnen geven vergeleken met clobetasolpropionaat 0,05% zalf.

 

Shi 2016

 

 

-

 

Uitkomstmaat: behandelingstevredenheid volgens patiënten

 

We zijn onzeker over het effect van het gebruik van 5-ALA PDT versus clobetasolpropionaat 0,05% zalf op behandelingstevredenheid. Er zijn geen data bekend.

 

 

 

-

 

Uitkomstmaat: duur van remissie

 

We zijn onzeker over het effect van het gebruik van 5-ALA PDT versus clobetasolpropionaat 0,05% zalf op duur van remissie. Er zijn geen data bekend.

 

Er werd één RCT geïncludeerd die het effect van 5-Aminolevulinic Acid fotodynamische therapie (5-ALA PDT) vergelijkt met clobetasolpropionaat 0,05% zalf bij vulvaire lichen sclerosus. [Shi 2016] Deze studie wordt hieronder beschreven en beoordeeld middels de GRADE methode. Zie voor karakteristieken van de studies, risico of bias beoordelingen en Summary of Findings de evidence tabellen.

 

Er werden geen studies gevonden over het effect van PDT bij mannen met anogenitale LS. Onder het kopje ‘observationele studies’ worden kort resultaten beschreven van enkele observationele studies waarin andere methoden van PDT worden gebruikt.

 

5-ALA PDT versus clobetasolpropionaat 0,05% zalf

Shi et al. beschrijven een gerandomiseerde studie waarbij 20 vrouwen met vulvaire LS behandeling met 5-ALA PDT ondergingen en 20 vrouwen met clobetasolpropionaat 0,05% zalf. 5-ALA 10% crème werd met 1 cm marge op de laesies aangebracht. Na 3 uur intrekken werden de laesies belicht met 100 J/cm2 633 nm rood licht (100 mW/cm2). Deze procedure werd in totaal vier keer tweewekelijks herhaald. Clobetasol werd gedurende 8 weken dagelijks voor de nacht aangebracht. Follow-up vond plaats tot 6 maanden na behandeling. Beschreven uitkomstmaten zijn een totale subjectieve (jeuk, pijn, branderigheid) symptoomscore, bijwerkingen en klinische score (0-3) voor hyperkeratose, atrofie, sclerose en depigmentatie en aantal patiënten met een relapse. Patiënten waren niet geblindeerd. Verder betreft het een goed opgezette studie met een klein aantal patiënten.

 

Verandering in kwaliteit van leven

Deze uitkomstmaat werd niet beschreven in de studie.

 

Verandering in ernst van lichen sclerosus volgens patiënten

Verandering in ernst van LS volgens patiënten werd gemeten middels een totale subjectieve symptoomscore. Na 6 maanden hadden 13 patiënten in de PDT groep een score van 0 (geen symptomen). In de clobetasolgroep waren er geen patiënten met een score van 0. Er werd geen afname ten opzichte van baseline weergegeven, alleen absolute waarden van aantallen patiënten per score. Hierdoor is niet bekend hoeveel punten de score per patiënt daalde ten opzichte van baseline en kan hier geen gemiddelde over worden berekend. Kwaliteit van bewijs is zeer laag. Er werd afgewaardeerd voor risico op bias (patiënten waren niet geblindeerd) en tweemaal voor imprecisie vanwege het kleine aantal patiënten en de manier van beschrijven van de uitkomstmaat (surrogaat uitkomst).

 

Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie

Er traden geen bijwerkingen op in de clobetasolgroep. In de PDT groep hadden 5 patiënten roodheid en zwelling na de behandeling wat vervaagde binnen 3 dagen. Eén patiënt kreeg een erosie na PDT wat succesvol behandeld werd met lokaal muciprocine. Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd afgewaardeerd voor risico op bias (patiënten waren niet geblindeerd) en voor imprecisie vanwege het kleine aantal patiënten.

 

Verandering in ernst van lichen sclerosus volgens behandelaars

In de PDT groep hadden na 6 maanden 18 patiënten een score van 0 (afwezigheid klinisch kenmerk) voor hyperkeratose, 16 patiënten voor atrofie, 16 patiënten voor sclerose en 13 patiënten voor depigmentatie. In de clobetasolgroep waren er geen patiënten met een score van 0 voor een van de klinische kenmerken. In beide groepen nam de ernst van de symptomen af na 6 maanden. Hierdoor is wederom niet bekend hoeveel punten de score per patiënt daalde ten opzichte van baseline en kan hier geen gemiddelde over worden berekend. Kwaliteit van bewijs is laag. Er werd tweemaal afgewaardeerd voor imprecisie vanwege het kleine aantal patiënten en de manier van beschrijven van de uitkomstmaat (surrogaat uitkomst).

 

Behandelingstevredenheid volgens patiënten

Deze uitkomstmaat werd niet beschreven in de studie.

 

Duur van remissie

Deze uitkomstmaat werd niet beschreven in de studie.

 

Observationele studies

Observationele studies werden geïncludeerd om te inventariseren welke andere methoden van PDT worden beschreven. Vanwege hun studieopzet hebben de observationele studies een hoog risico op verschillende soorten bias. Kwaliteit van bewijs zou hierdoor op laag tot zeer laag uit komen. De resultaten van deze studies worden derhalve kwalitatief beschreven en er worden geen conclusies getrokken. Bevindingen uit de observationele studies worden hieronder kort toegelicht in tabel 1. Alle studies beschrijven verschillende methoden van PDT bij vulvaire LS. Zie voor gedetailleerde karakteristieken en risico op bias beoordelingen de evidence tabellen.

 

Tabel 1. Overzicht geïncludeerde observationeel studies

Reference

Study design

Type PDT

N

Follow-up

(months)

Response previous treatment

Clinical

improvement

Adverse events

Hillemanns 1999

Prospective cohort

20% 5-ALA and 635 nm by an argon ion–pumped dye laser

 

irradiation

80 J/cm2 at 40–70 W/cm2.

 

2 cycles; n=2

3 cycles; n=1

1 cycle: n=9

12

6

N/A

N=7/12 symptomatic relieve of pruritus.

 

The duration of symptom reduction

was 3–9 months (mean 6.1).

N=5 mild burning for 4-8 hours after treatment.

N=3 treated with iv opioids during treatment

N=1 underwent separation of adhesions under general anesthesia

Mazdziarz 2017

Prospective cohort

5% 5-ALA

with 2% DMSO (dimethyl sulfoxide).

 

590–760 nm by a halogenic lamp PhotoDyn 501

with 204 mW/cm2

 

Doses of 120 J/cm2 during 10-min radiation treatment, once-a-week for 10 weeks.

102

3

No response to previous

therapy with

clobetasol

propionate

(0.05% ointment)

Complete or partial remission: N=89 (87.25%)

N=39 paresthesia during therapy

N=12 swelling that subsided

Olejek 2017

Prospective cohort

 

ALA PDT

 

Group 1:

630 nm DIOMED

light source,

irradiation 100 J/cm2 at an irradiance of 40–80 mW/cm2

 

Group 2:

580–1400 nm PhotoDyn®- combination with either visible light (VIS) + water-filtered infrared A (wIRA)®light PhotoDyn® 75

 

10-procedures cycle in two-weeks intervals

100

 

Group 1: N=60

 

Group 2: N=40

20 weeks

Treatment without improvement

 

Before PDT treatment, 60% of all patients had severe symptoms. After 10 cycles of PDT, 51% of patients was symptom-free (N=51), 41% (N=41) had decreased symptoms and 8% (N=8) had persistent or worsened symptoms

No visible side effects

Osiecka 2017

Prospective cohort

20% 5-ALA

 

540±15 nm green light from halogen lamp (Penta Lamps,Teclas) achieved with a bandpass filter

 

3 sessions at two-week intervals.

11

6

No satisfactory

to topical

corticosteroids,

estrogens, and

calcineurin

inhibitors.

Number of patients with symptoms after 6 months vs baseline:

Erosions N=2/5

Burning N=2/5

Pain 2N=/3

Itching, weak/moderate pain, slight swelling and erythema after treatment

Sotiriou 2008

Case series

20% 5-ALA

With 570–670 nm red light

 

noncoherent light source

of 40 J/cm2 at 80 mW/cm2.

 

Treatment cycle consisted of two sessions of PDT with a 2-weeks interval.

10

4

Temperate only

improvement

with steroids,

resistant to

pimecrolimus

Total objective score (hyperkeratosis, atrophy,

sclerosis and depigmentation; 0-3):

baseline: mean 8.05

8 weeks: mean 7.1

 

Subjective score (pruritus, burning, pain; 0-3):

Baseline:

mean 2.6

At 16 weeks: mean 1.35

All patients developed erythema for 1 week after therapy and had burning and stinging sensation during irradiation.

Om de uitgangsvraag te beantwoorden is de volgende PICO opgesteld:

 

P: Patiënten met anogenitale lichen sclerosus

I: PDT

C: Geen behandeling, placebo behandeling, (alle) andere behandelingen voor lichen sclerosus.

O: zie hieronder.

 

Uitkomstmaten

De werkgroep definieerde de uitkomstmaten als volgt en hanteerde de in de studies gebruikte definities.

 

Primair:

  • Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie (cruciaal)
  • Verandering in ernst van lichen sclerosus volgens patiënten aan het eind van de studie (cruciaal)
  • Aantal patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie (cruciaal)

Secundair:

  • Verandering in ernst van lichen sclerosus volgens behandelaars aan het eind van de studie (belangrijk)
  • Behandelingstevredenheid volgens patiënten (belangrijk)
  • Duur van remissie (belangrijk)

 

Voor lichen sclerosus bestaan nog geen gevalideerde, gestandaardiseerde meetinstrumenten voor effectiviteit.

 

Zoekstrategie

Er werd een systematische zoekstrategie uitgevoerd in de elektronische databases Embase en Medline. Zie voor de zoekstrategie de zoekverantwoording. Zie voor een overzicht de Verantwoording, onderdeel werkwijze.

 

Studies werden geïncludeerd wanneer volwassen deelnemers gediagnosticeerd waren met anogenitale lichen sclerosus, wanneer het middel in Nederland beschikbaar is en wanneer de gedefinieerde uitkomstmaten werden beschreven. De uitkomst werd idealiter gemeten na 3, 6 en 12 maanden, maar studies met een andere follow-upduur zijn ook geïncludeerd als indirecte vorm van bewijs. Primair werden er RCT’s geïncludeerd. Observationele studies werden alleen geïncludeerd indien er gebruikte middelen werden beschreven die in de Nederlandse praktijk worden gebruikt waarvan geen RCT’s beschikbaar waren.

 

Er werden in totaal 13 studies geïncludeerd op basis van titel/abstract. Uiteindelijk zijn er na full tekst screening 7 studies geëxcludeerd. Specifieke redenen voor exclusie zijn benoemd in de exclusietabel bij de evidence tabellen.

Alle gerandomiseerde studies zijn beoordeeld op risk of bias middels de Cochrane Risk of Bias Tool [Higgins 2016. De bewijskracht van de uitkomsten is beoordeeld volgens GRADE. Niet-vergelijkende observationele studies worden niet middels GRADE beoordeeld, deze worden separaat beschreven. Observationele studies zijn beoordeeld op risk of bias middels de Newcastle-Ottawa Quality Assessment [Wells 2013]. De risk of bias beoordelingen zijn op te vragen bij de NVDV.

  1. Belotto RA, Chavantes MC, Tardivo JP et al. Therapeutic comparison between treatments for Vulvar Lichen Sclerosus: study protocol of a randomized prospective and controlled trial. BMC Women's Health 2017;17:61.
  2. Higgins JPT, Sterne JAC, Savović J, Page MJ, Hróbjartsson A, Boutron I, Reeves B, Eldridge S. A revised tool for assessing risk of bias in randomized trials In: Chandler J, McKenzie J, Boutron I, Welch V (editors). Cochrane Methods. Cochrane Database of Systematic Reviews 2016, Issue 10 (Suppl 1).
  3. Hillemanns P, Untch M, Pröve F, et al. Photodynamic Therapy of Vulvar Lichen Sclerosus With 5-Aminolevulinic Acid. Obstetrics & Gynecology 1999;93:71-74.
  4. Maździarz A, Osuch B, Kowalska M, et al. Photodynamic therapy in the treatment of vulvar lichen sclerosus. Photodiagnosis and Photodynamic Therapy 2017;19:135–39.
  5. Olejek A, Gabriel I, Bilska-Janosik A, et al. ALA—Photodynamic treatment in Lichen sclerosus—clinical andimmunological outcome focusing on the assesment of antinuclearantibodies. Photodiagnosis and Photodynamic Therapy 2017;18:128–132.
  6. Osiecka BJ, Jurczyszyn K, Nockowski P, et al. Photodynamic therapy with green light for the treatment of vulvar lichen sclerosus—preliminary results. Photodiagnosis and Photodynamic Therapy 2017;17:185–7.
  7. Pazos M, Nader HB. Effect of photodynamic therapy on the extracellular matrix and associated components. Braz J Med Biol Res. 2007 Aug;40(8):1025-35.
  8. Shi L, Miao F, Zhang L-L, et al. Comparison of 5-Aminolevulinic Acid Photodynamic Therapy and Clobetasol Propionate in Treatment of Vulvar Lichen Sclerosus. Acta Derm Venereol 2016; 96: 684–688.
  9. Sotiriou E, Panagiotidou D, Ioannidis D. An open trial of 5-aminolevulinic acid photodynamic therapy for vulvar lichen sclerosus. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 2008;141:187–8.
  10. Wells G, Shea B, O’Connell D, Peterson J, Welch V, Losos M, Tugwell P: The Newcastle-Ottawa Scale (NOS) for assessing the quality of nonrandomised studies in meta-analyses. 2013. Laatst geraadpleegd 20-08-2019 via http://www.ohri.ca/programs/clinical_epidemiology/oxford.asp

Study reference

 

Study characteristics

Patient characteristics1

Intervention (I)

Comparison / control (C) 2

 

Follow-up

Outcome measures and effect size 3

Comments

Shi 2016

Type of study:

open-label, randomized controlled prospective study

 

Setting: single centre

 

Country: China

 

Source of funding: National Natural

Science Foundation (81272990, 81472538) and the Key Project

of Shanghai Municipal Commission of Health and Family

Planning (20124034).

Inclusion criteria:

Age >18 years; biopsy-proven vulvar LS; not planning to conceive or

breastfeed during the study; consent to participate and willingness

to comply with the study requirements

 

Exclusion criteria:

subjects who received systemic or local treatment

within the past 6 months, those diagnosed with other vulvar

dermatoses or carcinoma, and those hypersensitive to clobetasol

propionate, ALA or any of the components of the ointments

 

N total at baseline: 43

Intervention: 21

Control: 22

 

Important prognostic factors1:

Mean age 51.4 ± 15.6.

N=28 postmenopausal

 

Groups comparable at baseline?

Yes according to the authors.

Describe intervention (treatment/procedure/test):

 

 

Freshly prepared 10% 5-ALA cream was applied to the lesions with a 1-cm margin and incubated for 3 h. The lesions were irradiated with 100 J/cm2

633 nm red light at 100 mW/cm2. The same PDT procedure was repeated 3 times at 2-week intervals. (total amount of sessions 4)

 

 

No other treatments were allowed during

the treatment and follow-up.

 

Describe control (treatment/procedure/test):

 

 

Clobetasol 0,05% propionate ointment every night during 8 weeks

 

Length of follow-up:

6 months

 

Loss-to-follow-up:

Intervention:1

Control: 2

(drop outs due to relocation)

 

Efficacy population: I: n=20

C: n=20

 

Incomplete outcome data:

-

 

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

Lesion size; horizontal visual analogue scale (VAS) for disease

extent (including lesion scale and signs); clinical response to

symptoms; severity of treatment related pain.

 

Lesion size reduction (week 8 after start treatment)

 

Complete response (VAS) (complete response=100% lesion disappeared; partial response = >60% lesion clearance; minimal response =20–59% lesion clearance; and poor or no response =<20% clearance):

I: 14/20 (70%) patients complete response, 4 (20%) partial response, 2 (10%) minimal response.

C: 7/20 (35%) complete response, 6 (30%) partial response, 7 (35%) minimal response.

 

Clinical signs:

The severity of clinical signs of hyperkeratosis,

atrophy, sclerosis, and depigmentation were each graded as: 0=absent, 1= mild, 2=moderate, 3=severe):

baseline:

hyperkeratosis:

I: 0 (n=4), 1 (n=13), 2 (n=3),

C: 0 (n=3), 1 (n=12), 2 (n=3), 3 (n=2)

Atrophy:

I: 1 (n=7), 2 (n=11), 3 (n=2)
C: 1 (n=9), 2 (n=10), 3 (n=1)

Sclerosis:

I: 1 (n=7), 2 (n=9), 3 (n=4)

C: 1 (n=7), 2 (n=12), 3 (n=1)

Depigmentation:

I: 1 (n=7), 2 (n=11), 3 (n=2)

C: 1 (n=8), 2 (n=11), 3 (n=1)

 

week 8:

hyperkeratosis:

I: 0 (n=20)

C: 0 (n=15), 1 (n=5)

Atrophy:

I: 0 (n=19), 1 (n=1)
C: 0 (n=13), 1 (n=7)

Sclerosis:

I: 0 (n=18), 1 (n=2)

C: 0 (n=12), 1 (n=8)

Depigmentation:

I: 0 (n=14), 1 (n=6)

C: 0 (n=7), 1 (n=13)

 

6 months:

Hyperkeratosis:

I: 0 (n=18), 1 (n=2)

C: 1 (n=18), 2 (n=2)

Atrophy:

I: 0 (n=16), 1 (n=4)
C: 1 (n=12), 2 (n=7), 3 (n=1)

Sclerosis;
I: 0 (n=16), 1 (n=4)

C: 1 (n=15), 2 (n=5)

Depigmentation:

I: 0 (n=13), 1 (n=7)
C: 1 (n=13), 2 (n=4), 3 (n=3)

 

The severity of

symptoms (pruritus, burning and pain feeling) was also graded

as: 0 = absent, 1 = mild, 2 =moderate, 3 = severe):

baseline:

I: score 1 (n=5), score 2 (n=10), score 3 (n=5)

C: score 1 (n=4), score 2 (n=15), score 3 (n=2)

 

week 8:

I: score 0 (n=14), score 1 (n=5), score 3 (n=1)

C: score 0 (n=7), score 2 (n=11), score 3 (n=2)

 

month 6:

I: score 0 (n=13), score 1 (n=4), score 2 (n=3)

C: score 1 (n=2), score 2 (n=10), score 3 (n=8)

(p=0,000)

 

Relapse:

I: 1/14 (7.1%) patients with signs of recurrence 1 month after completion of treatment

C: 7/7 (100%)

 

Adverse events:

I: n=1 erosion, successfully treated with mupirocin ointment; n=5 redness and swelling which faded away

C: none

 

Small sample size

 

Open label

All eligible patients were randomized to either ALA-PDT or clobetasol propionate group using sequentially numbered envelopes. The random sequence

in the envelopes was produced by computer programme. The sequentially numbered opaque envelopes were opened only

after each patient agreed to participate.

Evaluations were performed by the same examiners, who did not know which treatment was received by patients.

Hillemans 1999

Type of study:

Prospective single arm pilot study

 

Setting:

 

Country: Germany

 

Source of funding: grant from the

Friedrich Baur Stiftung.

Inclusion criteria:

Biopsy-proven vulvar LS; pronounced pruritus; without taking any

medication for LS no malignancies; no cardiovascular disease or

diabetes; patients not preferred corticoid therapy

 

Exclusion criteria:

-

 

N total at baseline: 12

 

Important prognostic factors1:

Mean age 55 yrs (range 24-80)

 

Groups comparable at baseline?

 

Describe intervention (treatment/procedure/test):

 

Four to 5 hours before photodynamic therapy, 10 mL of a 20% solution

of 5-aminolevulinic acid was applied topically to the vulva.

Photodynamic therapy was administered with an irradiation

of 80 J/cm2 at an irradiance of 40–70 mW/cm2. Light with a

wavelength of 635 nm was delivered by an argon ion–pumped dye laser.

 

Patients with persistent

pruritus were offered a second cycle of photodynamic

therapy after 1–3 weeks.

 

2 cycles; n=2

3 cycles; n=1

1 cycle: n=9

 

 

Describe control (treatment/procedure/test):

 

 

Length of follow-up:

6 months

 

Loss-to-follow-up:

Unclear

 

Incomplete outcome data:

Unclear

 

 

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

Clinical appearance of treated area; local and systemic toxicity and

therapeutic effect; VAS for pruritus or burning; symptomatic relief

 

VAS pruritus/burning ((0=no complaints,

1=slight pain, 2= moderate pain, and 3=strong pain).

6-8 weeks:

The mean

values for pruritus decreased from 2.6 +/- 0.4 to 1.0 +/- 0.6.

6 months;

7 of 10 women still had symptomatic relief.

 

Duration of remission:

The duration of symptom reduction

was 3–9 months (mean 6.1).

 

Adverse events:

n=5 mild burning for 4-8 hours after treatment.

N=3 treated with iv opioids during treatment

N=1 separation of adhesions under general anesthesia

Very small sample size

 

Different amount of cycles, results reported for all patients together

 

 

Mazdziarz 2017

Type of study:

Prospective cohort

 

Setting:

Single centre

 

Country: Poland

 

Source of funding: unclear

Inclusion criteria:

Biopsy-proven vulvar LS; no response to previous therapy with clobetasol

propionate (0.05% ointment); patients not preferred corticoid therapy

 

Exclusion criteria:

-

N total at baseline: 102

 

Important prognostic factors1:

Age average 55.08 (19–85 range):

 

76 patients (74.50%) were post-menopausal.

 

38 patients used clobetasol and achieved a partial remission of

disease, but overall they were not satisfied with the final outcome. 15

patients stopped treatment due to the worsening of their symptoms or

inflammation. 49 patients refused to use topical corticosteroids.

Describe intervention (treatment/procedure/test):

 

5% 5 - aminolevulinic acid (ALA) was used

in gel form, with the 2% concentration of DMSO (dimethyl sulfoxide). After three hours the

affected areas were irradiated with a halogenic lamp PhotoDyn 501

(590–760 nm) with power density of 204 mW/cm2, which generates a

dose of 120 J/cm2 during a 10-min radiation treatment. The treatment

was repeated once-a-week for 10 weeks.

Describe control (treatment/procedure/test):

 

None

Length of follow-up:

3 months (12 months for vulvoscopy)

 

Loss-to-follow-up:

-

 

Incomplete outcome data:

All patients completed

the entire cycle of ten PDT courses.

 

 

 

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

vulvoscopic

evaluation of lichen appearance

 

Patients’ assessment of effectiveness of treatment (1. I am very satisfied. I do not experience any discomfort, or I experience

it sporadically. Photodynamic therapy helped me

100–70%.

2. I am satisfied. My improvement rate is around 50%. PDT helped me 50%.

3. I feel some improvement. PDT has helped me

30%.

4. I am not satisfied. I do not feel any improvement, or my improvement

is less than 30%. PDT has not helped me.

5. My condition has worsened after PDT):

At 3 months:

Complete or partial remission: n=89 (87.25%)

Score 1: n=62 (60.78)

Score 2: n=17 (16.67%)

Score 3: n=10 (9.8%)

Score 4: n=13 (12.75%)

 

At the 12-month check-up, vulvoscopic assessment did not show any

cases of disease progression or transformation into VIN or cancer. 17

patients missed their check-ups.

 

side effects:

n=39 paresthesia during therapy

n=12 swelling that subsided

The

addition of DMSO facilitates and speeds up transportation (absorption)

of the ALA to the deeper layers of skin, which increases the effectiveness

of therapy.

Olejek 2017

Type of study:

Prospective cohort

 

Setting: Poland

 

Source of funding: this research did not receive any specific grant from funding agencies in the public, commercial, or not-for-profit sectors.

Inclusion criteria:

diagnosed with Lichen sclerosus (both clinical and histological confirmation) treated without improve-ment at the Outpatient Clinic for Vulvar Diseases, MedicalUniversity of Silesia, Poland. All women signed a written, informed consent

 

Exclusion criteria:

-

 

N total at baseline:

100

 

Group 1: n=60 without concomitant autoimmune disease;

Group 2: n=40 with autoimmune disease

 

Important prognostic factors1:

the mean age in the group I was 57 yo and the mean age in the group II was 58.5 yo.

Describe intervention (treatment/procedure/test):

 

ALA PDT 10-procedures cycle in two-weeks intervals

 

Group 1:

At the beginning of the experiment,

when patients were hospitalized (40 women), we used DIOMED

light source (DIOMED, Andover, USA, 630 nm wavelength)

 

Energy density of light irradiation- 100 J/cm2 at an irradiance of 40–80 mW/cm2

 

Describe control (treatment/procedure/test):

 

Group 2:

when patients were treated on an outpatient basis, women (60 women) were treated with light source PhotoDyn®- combination with either visible light (VIS) + water-filtered infrared A (wIRA)®

light (PhotoDyn(®) 750 (PD750), 580–1400 nm Heine.Med GmbH &

Co. K G)

 

Length of follow-up:

24 months

 

Loss-to-follow-up:

 

Incomplete outcome data:

All patients completed 10 cycles

 

 

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

 

Symptoms intensity (0=no, 1=moderate, 2=severe):

Before:

Group 1: mean 1.77 (SD 0.87)

Group 2: mean 1.73 (SD 0.68)

 

After PDT 10 cycles (20 weeks):

Group 1: mean 0.6 (SD 0.16)

Group 2: mean 0.60 (SD 0.13)

 

Before PDT treatment, 60% of total patients had severe symptoms. After 10 cycles of PDT, 51% of patients was symptoms-free (n=51), 41% (n=41) of patients had decreased symptoms (from severe to moderate or moderate to mild) patients and 8% (n=8) had persistent or worsened symptoms (continuous moderate or severe or from moderate to severe)

 

During 24 months the increased severity of symptoms (itching) in 8% of patients with no symptoms after PDT in first 12 months and 12% of patients with no symptoms after completion of 24 months- obser-vation period.

 

Side effects:

No visible side effects.

Subgroups based on concomitant autoimmune disease.

 

Only use symptom scores for all patients together.

 

 

Osiecka 2017

Type of study:

Prospective cohort

 

Setting:

 

Country: Poland

 

Source of funding: unclear

Inclusion criteria:

LS of the vulva confirmed by a routine histopathologic examination.

 

Exclusion criteria:

-

 

N total at baseline: 11

 

Important prognostic factors1:

Age 30 to 66 years (mean: 48)

 

Groups comparable at baseline?

 

Describe intervention (treatment/procedure/test):

 

after cleansing the area with 0.9% saline solution, 20% 5-ALA (Sigma-Aldrich) in a cream (Nanobase®, Astel-las Pharma) was applied topically on the lesions with a wide margin beyond the affected area, sealed with cellophane wrap and left for 5 h. Then, the vulva was irradiated using the green light at the wavelength 540 nm ± 15 nm from the halogen lamp (Penta Lamps,Teclas) achieved with a bandpass filter

 

each patient was treated with three sessions of PDT at two-week intervals.

 

 

Describe control (treatment/procedure/test):

 

-

Length of follow-up:

2,4,6 months

 

Loss-to-follow-up:

-

 

Incomplete outcome data:

-

 

 

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

Appearance of erosions; itching score (Verbal rating score); burning; pain.

 

Baseline:

Itching:

Moderate: n=4 (36.4%)

Severe: n=7

(63.6%)

Burning:

N=5 (45.5%)

Erosions:

N=5 (45.5%)

Pain: n=3 (27.3%)

After 6 months:

Itching:

Lack: n=7 (63.6%)

Weak: n=3 (23.3%)

Moderate: n=1 (9.1%)

Burning:

N=2 (18.2%)

Erosions:

N=2 (18.2%)

Pain:

N=2 (18.2%)

 

Side effects:

The main symptom during PDT notified by patients was an itching of different intensity. Any reported pain was weak or moderate. No patient required interruption of irradiation or local application of analgesics. Furthermore, immediately after the session of PDT we observed a slight swelling and erythema, which was not a significant side symptom reported by the patients.

 

Very small sample size

 

 

Sotiriou 2008

Type of study:

Case series

 

Setting:

 

Country: Greece

 

Source of funding: unclear

Inclusion criteria:

N/A

 

Exclusion criteria:

-

 

N total at baseline: 10

 

Important prognostic factors1:

Mean age 54.6

mean disease duration 3.9 years.

 

Previous treatments consisted of

intermittent topical applications of potent and ultrapotent

corticosteroids that lead to temporary improvement. Patients nos. 2, 5, 8, and 9 were also treated with pimecrolimus ointment

with no symptom reduction

 

Describe intervention (treatment/procedure/test):

 

20% 5-aminolevulinic acid was applied topically to the entire labia and sealed with cellophane

wrap. Lesions were treated 4 h after ALA application with red

light (570–670 nm) by a noncoherent light source (Waldmann PDT 1200, Waldmann-Medizin-Technik, Villingen-Schwenningen,

Germany) at a light dose of 40 J/cm2 and a fluence rate of 80 mW/cm2. Each treatment cycle consisted of two sessions of

PDT with a 2-weeks interval.

 

.

Describe control (treatment/procedure/test):

 

 

Length of follow-up:

2, 4 months

 

Loss-to-follow-up:

-

 

Incomplete outcome data:

-

 

 

Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):

 

Total objective score (summing 4 objective parameters (hyperkeratosis, atrophy,

sclerosis and depigmentation); scale: 0=absent, 1=mild, 2=moderate, 3=severe):

baseline: mean 8.05

after 8 weeks: mean 7.1

 

Subjective score (0=no symptoms, 1= slight pruritus, burning and pain,

2=moderate pruritus, burning and pain, 3=strong pruritus, burning and pain):

baseline: mean 2.6

after 16 weeks: mean 1.35

 

Adverse events:

all patients developed erythema for 1 week after therapy. All patients had burning and stinging sensation during irradiation.

 

No improvement of LS

 

Inclusion criteria not reported.

 

Very small sample size (case series)

 

Objective score only reported after 8 weeks, not after 16 weeks

 

No effect sizes reported of mean values.

 

Risk of bias tabellen

Vulvar LS

Study reference

 

(first author, publication year)

Describe method of randomisation1

Random sequence generation (selection bias)2

 

 

(high/unclear/low risk)

Allocation concealment (selection bias)3

 

 

(high/unclear/low risk)

Blinding of participants and personnel (performance bias)4,6

All outcomes

 

(high/unclear/low risk)

Blinding of outcome assessor (detection bias)5,6

All outcomes

 

(high/unclear/low risk)

Incomplete outcome data (attrition bias)7

All outcomes

 

 

(high/unclear/low risk)

Selective reporting (reporting bias)8

 

 

 

(high/unclear/low risk)

Other bias9

 

 

 

 

(high/unclear/low risk)

Total RoB

Shi 2016

Open label

All eligible patients were randomized to either ALA-PDT or clobetasol propionate group using sequentially numbered envelopes. The random sequence in the envelopes was produced by computer programme. The sequentially numbered opaque envelopes were opened only after each patient agreed to participate.

Evaluations were performed by the same examiners, who did not know which treatment was received by patients.

Low risk

Low risk

Patients were not blinded.

 

High risk for patient reported outcomes (symptom scores)

 

 

Physicians who performed evaluations were blinded.

 

Low risk

Low number of patients lost to follow up

 

 

Low risk

Unclear risk

Unclear risk

Low risk

 

High risk for patient reported outcomes

 

Observationele studies

Risk of bias van observationele studies werd beoordeeld met de Newcastle-Ottawa scale.

 

 

Selection

Comparability

Outcomes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Studie

Study design

Representativeness of the intervention cohort

Selection of the non intervention cohort

Ascertainment of intervention

 

Demonstration that outcome of interest was not present at start of study

 

Comparability of cohorts on the basis of the design or analysis

 

Assessment of outcome

 

Was follow up long enough for outcomes to occur

 

Adequacy of follow up of cohorts

 

Explanations

Hillemanns 1999

Prospective single arm pilot study

«

 

-

«

«

-

-

«

«

Different amount of treatment cycles, results reported for all patients together

Mazdziarz 2017

Prospective, non comparative

«

-

«

«

-

-

«

«

Patient reported outcome

Olejek 2017

Prospective, non comparative

«

«

«

«

-

-

«

«

Patients with concomitant autoimmune diseases compared with patients without; comparison not of interest for our guideline

Osiecka 2017

Prospective, non comparative

«

-

«

«

-

-

«

«

 

Sotiriou 2008

Case series

-

-

-

«

-

-

«

-

Inclusion criteria not reported.

 

Not mentioned how intervention was allocated.

 

Objective score only reported after 8 weeks.

 

No effect sizes reported of mean values.

 

Exclusies na full tekst screening:

Artikel

Reden van exclusie

Biniszkiewicz 2005

Follow up 4 weken, voor lange termijn follow up n<10. Verschillend aantal cycli PDT per patiënt, niet beschreven hoeveel per patiënt.

Criscuolo 2017

Geen full tekst, PDT selectief toegepast op patiënten met gevorderde ziekte

Olejek 2009

Ongeschikte uitkomstmaten

Passeron 2009

Case report n=1

Prodromidou 2018

Systematisch review zonder risk of bias assessment

Skrzypulec 2009

Ongeschikte uitkomstmaten

Zawislak 2009

N<10

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 18-03-2021

Laatst geautoriseerd  : 18-03-2021

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2027

De richtlijn Lichen Sclerosus 2021 betreft een modulaire herziening van de oorspronkelijke richtlijn uit 2012. Voor het herzien van deze richtlijn is de werkgroep uit 2012 deels in stand gehouden. De werkgroep werd opgesteld voor de richtlijnen Lichen Sclerosus en Lichen Planus tezamen. Op modulair niveau is een onderhoudsplan beschreven. Zie voor een toelichting van de werkwijze van de richtlijn 2012 en de modulaire herziening onder het kopje ‘Werkwijze’. De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is regiehouder van deze richtlijn en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van de richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers
  • Nederlandse Vereniging voor Seksuologie
  • Huidpatiënten Nederland
  • Stichting Lichen Sclerosus
  • Nederlandse Vereniging voor Vulva Pathologie
  • Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie

Algemene gegevens

De richtlijnontwikkeling werd ondersteund door arts-onderzoekers van de NVDV en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn.

Doel en doelgroep

Doel

Deze richtlijn over Lichen Sclerosus is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. De richtlijn geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten met lichen sclerosus.

 

Doelgroep

De richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met lichen sclerosus, bijvoorbeeld dermatologen, gynaecologen, pathologen, urologen, kinderartsen, allergologen, MDL-artsen, huisartsen, geregistreerde seksuologen, geregistreerde bekkenfysiotherapeuten, verloskundigen, psychologen en verpleegkundigen. Voor patiënten is een afgeleide tekst van de richtlijn beschikbaar op de website van de NVDV (www.nvdv.nl) en zal er informatie op www.thuisarts.nl verschijnen.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 2018 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met lichen sclerosus en patiënten vertegenwoordiger(s) [Stichting Lichen Sclerosus] (zie voor het overzicht van de werkgroepleden de tabel hieronder).

Participerende verenigingen zijn:

  • Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
  • Nederlandse Vereniging van ZiekenhuisApothekers (NVZA)
  • Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie (NVFB)
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
  • Nederlandse Vereniging voor Seksuologie (NVVS)
  • Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)
  • Nederlandse Vereniging voor Vulva Pathologie (NVvVP)
  • Stichting Lichen Sclerosus (SLS)
  • Huidpatiënten Nederland (HPN)
  • Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)

Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG),  Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Zorginstituut Nederland (ZiNL), en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) werden voor de knelpuntenanalyse en commentaarronde uitgenodigd.

 

De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname.

De werkgroep is verantwoordelijk voor de integrale tekst van deze richtlijn.

 

Werkgroepleden – 2021

Richtlijnwerkgroep Lichen Sclerosus en Lichen Planus

Werkgroeplid

Affiliatie en vereniging

Drs. C.L.M. van Hees, voorzitter, dermatoloog

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Drs. M.L. Bandell, gynaecoloog, seksuoloog NVVS/FECSM

Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht, Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie (NVVS)

E. Bol-van den Hil, mondhygiënist

Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM)

C.W.L. van den Bos, bekkenfysiotherapeut, MSPT

Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie (NVFB)

Drs. T. Breedveld, tandarts

Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen (NWVT)

Dr. G.R. Dohle, uroloog

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)

Dr. J.J.E. van Everdingen, dermatoloog n.p.

Directeur NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Drs. A. Glansdorp, huisarts en kaderhuisarts urogynaecologie

Leiden, Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)

S. Groot, patiëntvertegenwoordiger, secretaris Lichen Planus Vereniging Nederland

Lichen Planus Vereniging Nederland (LPVN)

Dr. W.A. ter Harmsel, gynaecoloog

Roosevelt Kliniek, Leiden, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Drs. I. Hendriks, dermatoloog

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

J. Janssens, verpleegkundig specialist

Bravis Ziekenhuis, Bergen op Zoom en Roosendaal, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)

Dr. M.J. ten Kate-Booij, gynaecoloog

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Dr. E.H. van der Meij, MKA-chirurg

Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA)

Drs. E.J. Mendels, dermatoloog

 

Sophia Kinderziekenhuis - Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Dr. J.M. Oldhoff, dermatoloog

Universitair Medisch Centrum Groningen, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Drs. M.C. Raadgers, bekkenfysiotherapeut, bewegingswetenschapper

Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie (NVFB)

Drs. M.J. Ramakers, arts-seksuoloog NVVS

Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging Voor Seksuologie (NVVS)

Drs. L.M.T. van der Spek-Keijser, dermatoloog

Bravis Ziekenhuis, Bergen op Zoom en Roosendaal, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

E. Swanborn, patiëntvertegenwoordiger, voorzitter stichting Lichen Sclerosus

Stichting Lichen Sclerosus (SLS)

Drs. H. Vermaat, dermatoloog

Spaarne Gasthuis, Haarlem, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV), Nederlandse Vereniging voor Vulva Pathologie (NVvVP)

Drs. A.H.I. Witterland, ziekenhuisapotheker

Nederlandse Vereniging van ZiekenhuisApothekers (NVZA)

Drs S.A.A. Wolt-Plompen, kinderarts

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)

M. Hofhuis, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) t/m oktober 2019

Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

L.S. van der Schoot, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) t/m november 2019

Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

E. de Booij, MSc, arts-onderzoeker (secretaris) vanaf november 2019

Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Ondersteuning werkgroep

Affiliatie en vereniging

Dr. W.A. van Enst, epidemioloog

Bureau NVDV, Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

 

Werkgroepleden – 2012

Werkgroeplid

Affiliatie en vereniging

Dr. W.I. van der Meijden

Voorzitter namens Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Prof. dr. M.P.M. Burger

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Dr. W.A. ter Harmsel

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Drs. R. J. Borgonjen

Ondersteuner/secretaris namens Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Drs. L. Santegoets

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Dr. J. J. E. van Everdingen

Directeur Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Dr. G. Kirtschig

 

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Drs C.L.M. van Hees

Nederlandse Vereniging voor Vulva Pathologie (NVvVP)

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Drs. M. van Gestel

Stichting Lichen Sclerosus (SLS)

Prof. dr. S. Horenblas

Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)

Dr. G.R. Dohle

Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)

Drs. C. Maltha

Vereniging Lichen Planus (VLP)

Dr. H. Doornewaard

Nederlandse Vereniging Voor Pathologie (NVVP)

Drs. M.J. Ramakers

Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging Voor Seksuologie (NVVS)

Dr. A. Bosschaart

Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)

Dr. E.H. van der Meij

Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA)

Drs. M. Loogman

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)

Mw. C.W.L. van den Bos (MSPT)

Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Bekkenproblematiek en Pre- en Postpartum Gezondheidszorg (NVFB)

Dr. M.A. Stokman

Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM)

Dr. T. Rustemeyer

Nederlandse Vereniging voor Allergologie (NVvA)

Dr. R. Quispel

Nederlandse Vereniging voor Maag, Darm en Leverartsen (NVMDL)

Mw. Y. Pluijms (MANP)

Verpleegkundigen &Verzorgenden Nederland (V&VN) Dermatologie

Drs. C.M.J.M. Bik

Ondersteuner/secretaris namens Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.

 

Werkgroep-lid

Functie

Nevenfuncties

Persoonlijke financiële belangen

Persoonlijke relaties

Reputatie management

Extern gefinancierd onderzoek

Overige belangen

Getekend op

Acties (voorstel)

Drs. C.L.M. van Hees, voorzitter

Dermatoloog

Voorzitter bestuur NVDV (bezoldigd)

Docent landelijke vulvacursus (bezoldigd)

Geen

Geen

Vulvapoli ErasmusMC/Dermahaven

Geen

Geen

06-12-2018

Geen

Drs. M.L. Bandell

Gynaecoloog, seksuoloog NVVS/FECSM

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

07-01-2020

Geen

E. Bol-van den Hil

Mondhygiënist

Directeur Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten

Bestuurslid (bezoldigd),

Stichting Geschilleninstantie Mondzorg (betaald),

Bestuurslid Stichting de Mond Niet Vergeten (onbezoldigd),

Vice-voorzitter European Dental Hygienists Federation (onbezoldigd)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

17-10-2019

Geen

C.W.L. van den Bos

Bekkenfysiotherapeut, MSPT

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

06-12-2018

Geen

Drs. T. Breedveld

Tandarts

Lid lichen planus vereniging Nederland (LPVN)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

03-12-2018

Geen

Dr. G.R. Dohle

Uroloog

Medisch adviseur Veduma (bezoldigd)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29-06-2019

Geen

Dr. J.J.E. van Everdingen

Dermatoloog n.p., directeur NVDV

 

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

?

Geen

Drs. A. Glansdorp

Huisarts en kaderhuisarts urogynaecologie

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

15-12-2018

Geen

S. Groot

Patiëtnvertegenwoordiger, secretaris Lichen Planus Vereniging Nederland

Vrijwilliger hospice Duurstede (onbezoldigd)

Geen

Geen

Bestuurslid patiëntenorganisatie

Geen

Geen

05-12-2018

Geen

Dr. W.A. ter Harmsel

Gyneacoloog

Docent colposcopie cursus, docent vulvapathologie cursus (bezoldigd).

Lid medische adviesraad lichen sclerosus vereniging, lichen planus vereniging, bekkenbodem 4all (onbezoldigd).

Geen

Geen

Behandeling van patiënten met vulva problematiek in Rooseveldt kliniek waar dr. Ter Harmsel mede-eigenaar van is.

Geen

Geen

17-05-2019

Geen

Drs. I. Hendriks

Dermatoloog

Deelname richtlijnherziening VIN (onbezoldigd)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

06-12-2018

Geen

J. Janssens

Verpleegkundig specialist

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

06-12-2018

Geen

Dr. M.J. ten Kate-Booij

Gyneacoloog

Bestuurslid Federatie Medisch Specialisten

Geen

Geen

Geen

Mogelijk geringe mate indien in 2019 de (door METC goedgekeurde) RCT naar behandeling van LS met PDT in vergelijking met clobetasol van start gaat.

Geen

15-01-2019

Besproken tijdens eerste vergadering

Dr. E.H. van der Meij

MKA-chirurg

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

04-12-2018

Geen

Drs. E.J. Mendels

Dermatoloog

Lid werkgroep richtlijn infantiele hemangiomen (onbezoldigd)

 

Auteur Zalfje, voorleesboek voor kinderen met eczeem (onbezoldigd)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

22-04-2020

Geen

Dr. J.M. Oldhoff

Dermatoloog

Lid NVDV domeingroep SOA (onbezoldigd), organisator refereeravonden dermatologie OOR-NNL welke gesponsord worden door Abbvie BV, Galderma, Leo Pharma BV, Lilly Nederland BV (onbezoldigd).

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

12-03-2018

Geen

Drs. M.C. Raadgers

Bekkenfysiotherapeut, bewegingswetenschapper

Nevenwerkzaamheden NVFB (bezoldigd)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

04-12-2018

Geen

Drs. M.J. Ramakers

Arts-seksuoloog NVVS

Lid medische adviesraad patiëntenvereniging lichen sclerosus, lichen planus (onbezoldigd).

Bestuurslid NVvVP (onbezoldigd),

Docent vulvapathologie cursus (bezoldigd),

Lid Pelvic Floor Network (onbezoldigd).

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

03-12-2018

Geen

Drs. L.M.T. van der Spek-Keijser

Dermatoloog

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

06-12-2018

Geen

E. Swanborn

Patiëntvertegenwoordiger, voorzitter stichting Lichen Sclerosus

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

03-12-2018

Geen

Drs. H. Vermaat

Dermatoloog

Geen

Geen

Geen

Geen

Betrokken bij aanvraag onderzoek naar LS geassocieerd vulvacarcinoom. Geen persoonlijke financiële belangen.

Geen

04-12-2018

Geen

Drs. A.H.I. Witterland

Ziekenhuisapotheker

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

06-12-2018

Geen

Drs S.A.A. Wolt-Plompen

Kinderarts

Instructeur kindermishandeling cursus Stichting Spoedeisende hulp bij kinderen (onbezoldigd),

Kwaliteitsvisiteur NVK (onbezoldigd).

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

14-05-2019

Geen

M. Hofhuis

Arts-onderzoeker (secretaris t/m oktober 2019)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

07-12-2018

Geen

L.S. van der Schoot

Arts-onderzoeker (secretaris t/m november 2019)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

07-12-2018

Geen

E. de Booij

Arts-onderzoeker (secretaris vanaf november 2019)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

01-12-2019

Geen

Inbreng patiëntenperspectief

Er is aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door afvaardiging van patiëntenvertegenwoordigers in de richtlijnwerkgroep (zie ook samenstelling van de werkgroep). De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan patiëntvereniging Stichting Lichen Sclerosus (SLS).

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn(module) en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Een implementatieplan is opgesteld en toegevoegd als bijlage. De richtlijn wordt via het internet verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen en er zal in verschillende specifieke vaktijdschriften aandacht worden besteed aan de richtlijn. De voorlichtingsfolder van de NVDV zal worden afgestemd op de richtlijn. Er zal informatie voor patiënten op www.thuisarts.nl verschijnen.

Werkwijze

De werkgroep lichen sclerosus heeft in 2021 de vraag- en doelstellingen van deze richtlijn met elkaar afgestemd en uitgewerkt. De eerste versie van de richtlijn stamt uit 2012.

Hieronder wordt de werkwijze van de richtlijn 2012 en de werkwijze van de geüpdatete hoofdstukken in 2021 apart van elkaar toegelicht.

 

Werkwijze richtlijn 2012

De Stichting Lichen Sclerosus heeft de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) verzocht het initiatief te nemen om een multidisciplinaire richtlijn op te stellen voor patiënten met lichen sclerosus. Op deze manier wilden zij bereiken dat de kwaliteit van zorg verbetert. Daarbij gaat het om de hieronder geformuleerde uitdagingen, valkuilen en knelpunten uit de praktijk:

  • meer bekendheid voor de aandoeningen bij huisartsen en tandartsen
  • meer tijd en aandacht tijdens het consult van de dermatoloog, gynaecoloog en andere specialisten
  • betere begeleiding door bijvoorbeeld GZ-psycholoog, seksuoloog NVVS en/of bekkenfysiotherapeut
  • meer uniformiteit in diagnostiek en behandeling zowel tussen centra onderling als tussen disciplines/specialismen
  • adequate follow-up in verband met functionele klachten en maligne ontaarding

Het doel van de richtlijnen is dat over deze punten overeenstemming werd bereikt en dat de aanbevelingen die hieruit voortvloeien ook in de praktijk worden ingevoerd.

De multidisciplinaire richtlijn Lichen sclerosus 2012 zijn tot stand gekomen met financiële steun van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS), de Stichting Lichen Sclerosus en de Lichen Planus Vereniging.

 

De werkgroep 2012 werkte gedurende 1,5 jaar (3 vergaderingen) aan een conceptrichtlijntekst. In de eerste vergadering werden knelpunten en wensen ten aanzien van de richtlijn geïnventariseerd. De werkgroep formuleerde aan de hand hiervan de in de richtlijn vermelde uitgangsvragen. Deze werden op het bureau van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie (NVDV) uitgewerkt tot een PICO zoekvraag. Via systematische zoekopdrachten en reference checking is bruikbare literatuur verzameld, met hulp van een informatiespecialist werkzaam bij de Orde van Medisch Specialisten. Deze literatuur werd ingeladen in Reference Manager en ontdubbeld. De ondersteuners op het bureau van de NVDV hebben de literatuur beoordeeld op inhoud en kwaliteit. Vervolgens werden er teksten geschreven, waarin de beoordeelde literatuur werd verwerkt. Deze teksten, op basis van de evidence tabellen uit de literatuur, werden tijdens een tweedaagse vergadering besproken en van nuances en aanbevelingen voorzien. Na verdere discussie binnen de gehele richtlijnwerkgroep werd de tekst verder afgestemd. Bij dit proces is dankbaar gebruikgemaakt van reeds bestaande richtlijnen op het gebied van lichen sclerosus en lichen planus, in het bijzonder de “Multiprofessional Guidelines for the Management of the Patiënt with Lichen Sclerosus” van de British Association of Dermatologists. [Neill 2010] Deze richtlijntekst is voor een aantal richtlijngedeeltes de basistekst geweest. De richtlijn is beoordeeld met het AGREE instrument. Hieruit kwam naar voren dat de zoekactie in de literatuur niet helder is weergegeven. Om deze reden had de zoekactie geen beperking op de publicatiedatum, zodat de literatuur van richtlijn vergeleken kon worden met de gevonden literatuur uit de zoekactie en de literatuur aangedragen door de werkgroepleden en door ‘reference checking’. De uiteindelijke teksten vormden samen de conceptrichtlijn die in voorjaar 2012 aan alle betrokken wetenschappelijke verenigingen werd aangeboden. Men is in staat gesteld om via websites van de desbetreffende verenigingen commentaar op de richtlijn te geven. De commentaren zijn in de definitieve versie van de richtlijn verwerkt.

 

De aanbevelingen uit de richtlijn 2012 zijn voor zover mogelijk gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen werden gezocht door systematische zoekacties in de Cochrane Library, Medline, EMBASE. Er werd niet beperkt op publicatiedatum, tijdschrift, leeftijd of geslacht. De artikelen werden geselecteerd op grond van de volgende criteria: (a) Engelstalige, Duitstalige, Franstalige of Nederlandstalige publicaties en (b) gepubliceerd als ‘full paper’. Vanwege het veelal ontbreken van randomized controlled trials werd er voor de meeste zoekacties niet beperkt op de fundamentele opzet van de studie.

Algemene exclusiecriteria waren:

  • Dubbele publicaties
  • Taal anders dan Nederlands, Engels, Duits en Frans
  • Case series met minder dan 5 patiënten

 

De zoekacties zijn met behulp van de PICO systematiek opgebouwd. Dit houdt in dat voor elke uitgangsvraag een zoekvraag is geformuleerd waarbij zoveel mogelijk deze structuur is gehanteerd, te weten Patiënt – Interventie – Controle – Outcome. De zoekvragen hebben de P als gemeenschappelijke onderdeel, de overige onderdelen van de PICO werden geformuleerd op basis van de uitgangsvraag. Zie voor de zoekstrategieën de zoekverantwoording

 

Van de geselecteerde referenties op basis van titel en/of abstract werd de full-tekst aangevraagd. Op basis van full-tekst artikelen werd vervolgens verder geselecteerd en werden artikelen zonder informatie over de betreffende uitgangsvraag geëxcludeerd. De overgebleven artikelen werden full-tekst beoordeeld op kwaliteit en inhoud. Per deelonderwerp is vervolgens een evidence tabel opgesteld (zie de evidence tabellen).

 

De beschrijving en beoordeling van de artikelen staan in de verschillende teksten onder het kopje “samenvatting van de literatuur”. De literatuur is samengevat in een conclusie, waarbij het niveau van het relevante bewijs is weergegeven.

 

Werkwijze richtlijn 2021

De update in 2021 betrof een modulaire herziening, waarbij tijdens de knelpuntenanalyse is bepaald welke onderdelen een update behoefden. De geüpdatete onderdelen zijn geheel herzien en herschreven. De overige onderdelen van de richtlijn zijn door de werkgroep beoordeeld op actualiteit en indien van toepassing tekstueel gewijzigd.

 

AGREE

Deze richtlijn is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. [Medisch Specialistische Richtlijnen] Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II-instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. [Brouwers 2010] Voor een stap-voor-stapbeschrijving hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt, wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.

 

Knelpuntenanalyse

In de eerste vergadering zijn knelpunten en wensen ten aanzien van de richtlijn geïnventariseerd door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met lichen sclerosus en patiëntenvertegenwoordiger(s).

De werkgroep heeft de aanbevelingen beoordeeld uit de eerdere richtlijn uit 2012 op noodzaak tot revisie. De werkgroep heeft vervolgens een lijst met knelpunten opgesteld en de knelpunten geprioriteerd op basis van: (1) klinische relevantie, (2) de beschikbaarheid van (nieuwe) evidence van hoge kwaliteit, (3) en de te verwachten impact op de kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid en (macro)kosten.

 

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep uitgangsvragen opgesteld (zie blz. 17 voor een overzicht). Per uitgangsvraag zijn klinisch relevante uitkomstmaten opgesteld, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten is gekeken. De werkgroep heeft deze uitkomstmaten gewaardeerd volgens hun relatieve klinisch belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen.

 

Primair:

  • Verandering in kwaliteit van leven aan het eind van de studie (cruciaal)
  • Verandering in ernst van lichen sclerosus volgens patiënten aan het eind van de studie (cruciaal)
  • Proportie patiënten die een bijwerking rapporteerde gedurende de studie (cruciaal)

Secundair:

  • Verandering in ernst van lichen sclerosus volgens behandelaars aan het eind van de studie (belangrijk)
  • Behandelingstevredenheid volgens patiënten (belangrijk)
  • Duur van remissie (belangrijk)

 

Voor lichen sclerosus bestaan geen gevalideerde, gestandaardiseerde meetinstrumenten voor effectiviteit.

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

De zoekactie is met behulp van de PICO-systematiek opgebouwd. De zoekvragen hebben de P als gemeenschappelijke onderdeel. De overige onderdelen van de PICO werden geformuleerd op basis van de uitgangsvraag.

 

De volgende afbakening is gebruikt:

Voor de P: Patiënten met lichen sclerosus

Voor de I: elke behandeling voor lichen sclerosus

Voor de C: geen behandeling, placebo behandeling, andere behandelingen voor lichen sclerosus

Voor de O: zie hierboven.

 

Er is geen leeftijd limitatie aangehouden. Uitgesloten werden studies zonder originele gegevens (reviews), case control studies en studies met minder dan tien deelnemers (N<10). Voor publicatiedatum werden geen criteria gehanteerd. Er is een restrictie aangehouden voor Nederlandstalige en Engelstalige publicaties.

Voor therapeutische uitgangsvragen werden vergelijkende, gecontroleerde studies geïncludeerd. Studies die geen spreidingsmaten rapporteren of die middelen beschrijven die in Nederland niet beschikbaar zijn werden geëxcludeerd.

 

Er werd één systematische zoekstrategie uitgevoerd in de elektronische databases Embase, Medline en de Cochrane library in april 2020. Verder werden de studies uit de richtlijn 2012 nagelopen indien deze ontbraken bij de zoekstrategie. De aldus gevonden studies zijn door twee arts-onderzoekers van de NVDV (MH en LvdS) onafhankelijk van elkaar geselecteerd op basis van titel en abstract en vooraf opgestelde selectiecriteria per uitgangsvraag. Bij discrepantie is een derde persoon gevraagd (CvH). De beoordeling en uiteindelijke selectie op basis van volledige tekst is tevens gedaan door de arts-onderzoekers van de NVDV. De geselecteerde studies zijn gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De zoekstrategie is te vinden bij de zoekverantwoording.

 

Kwaliteitsbeoordeling wetenschappelijk bewijs

De beoordeling van de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs en de onderzoeksgegevens is in de modulaire herziening van de richtlijn voor het grootste deel tot stand gekomen met de GRADE-methode.

 

Kwaliteitsbeoordeling wetenschappelijk bewijs middels GRADE

Bij de GRADE-methode (Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation) worden individuele studies systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. [Schünemann 2013]

Tabel 1 geeft een kort overzicht van de indeling van methodologische kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs volgens GRADE. De beoordelingen van de methodologische kwaliteit kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB)-tabellen in bijlage 5. Hiervoor is gebruikgemaakt van de Cochrane risk of bias tool. [Higgins 2011].

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag (zie tabel 1). Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie. [Schünemann, 2013] De kwaliteit van het bewijs per interventie per uitkomstmaat is te vinden in de tabellen met de Summary of Findings. [bijlage 6]

 

Een volledige uitleg over de GRADE-methode valt buiten het bestek van deze richtlijn, zie hiervoor het ‘GRADE handbook’. [Schünemann 2013, www.gradeworkinggroup.org]

 

Tabel 1. Indeling van kwaliteit van wetenschappelijk bewijs volgens GRADE

GRADE-systeem

Kwaliteitsindeling bewijs

  • Hoog
  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.
  • Redelijk
  • er is matige zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is mogelijk dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.
  • Laag
  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • er is een reële kans dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.
  • Zeer laag
  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

Startkwalificatie

- Gerandomiseerd onderzoek = hoog

- Observationele studie = laag

Factoren die de kwaliteit van bewijs kunnen verlagen*

- Ernstige of zeer ernstige beperkingen in de kwaliteit van de studie

- Indirectheid van het bewijs

- Belangrijke inconsistentie tussen studies

- Imprecisie

- Grote kans op ‘publicatiebias’

Factoren die de kwaltiteit van bewijs kunnen verhogen**

- Sterk bewijs voor een associatie – significant relatief risico van > 2 (< 0,5) gebaseerd op consistent bewijs uit twee of meer observationele studies, zonder plausibele ‘confounders’ (+1)

- Zeer sterk bewijs voor een associatie – significant relatief risico van > 5 (< 0,2) gebaseerd op direct bewijs zonder belangrijke bedreigingen voor de validiteit (+2)

- Bewijs voor een dosis respons gradiënt (+1)

- Alle plausibele ‘confounders’ zonder het effect te hebben verminderd (+1)

* Elk criterium kan de kwaliteit verminderen met 1 stap of bij zeer ernstige beperkingen met 2 stappen.

** Verhogen kan alleen indien er geen beperkingen zijn t.a.v. de studiekwaliteit, imprecisie, inconsistentie, indirectheid en publicatiebias

 

Samenvatten van de literatuur

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde studies zijn overzichtelijk weergegeven als ‘karakteristieken en resultaten van geïncludeerde studies’ zie bijlage 4. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur met betrekking op de vooraf opgestelde uitkomstmaten zijn beschreven in de samenvatting van de literatuur. Bij een voldoende aantal studies en overeenkomstigheid (homogeniteit) tussen de studies zijn de gegevens ook kwantitatief samengevat (meta-analyse) met behulp van Review Manager 5.

 

Formuleren van conclusies

Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overall bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de kritieke uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, of indien de kwaliteit van de literatuur onvoldoende was, werd afgezien van een overall conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje 'Overwegingen'.

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en meegewogen, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt (patient values and preferences), kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten werden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overige overwegingen’.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs, de belangrijkste overige overwegingen en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht of het niveau van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling.

Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijn is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van een specifieke uitgangsvraag maken onderdeel uit van de overwegingen bij de bewuste uitgangsvraag.

 

Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, is als aanbeveling beschreven (zie bijlagen).

 

Juridische betekenis van richtlijnen

Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften maar wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, soms zelfs noodzakelijk. Een richtlijn beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron (Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Opname van een richtlijn in een register betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de in de richtlijn beschreven zorg verzekerde zorg is. Informatie over kosten zoals beschreven in de richtlijn is gebaseerd op beschikbare gegevens ten tijde van schrijven.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren zijn verzameld in een commentaarformulier/tabel en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren is de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt)organisaties voorgelegd ter autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd. Zie daarvoor de paragraaf ‘Autorisatie’.

 

Literatuur

  • Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348.
  • Higgins JPT, Green S (editors). Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions Version 5.1.0 [updated March 2011]. The Cochrane Collaboration, 2011. Available from www.handbook.cochrane.org.
  • Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit.. Online beschikbaar op http://richtlijnendatabase.nl/ Laatst geraadpleegd op [DATUM geraadpleegd voor concepttekst]
  • Neill SM, Lewis FM, Tatnall FM, Cox NH. British Association of Dermatologists' guidelines for the management of lichen sclerosus 2010. Br J Dermatol. 2010 Oct;163(4):672-82. doi: 10.1111/j.1365-2133.2010.09997.
  • Van Everdingen JJE, Burgers JS, Assendelft WJJ, et al. Evidence-based richtlijnontwikkeling. Bohn Stafleu Van Loghum 2004.
  • Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Systemische therapie